Naar aanleiding van een stukje over introvert zijn, op het blog van "Nachtbraker"
(wij lezen elkaar):
Introvert zijn heeft vaak een negatievere betekenis dan extravert zijn. In ieder geval benijden veel introverte mensen de extraverte variant omdat ze schijnbaar makkelijker met mensen omgaan en zich vrijer weten te uiten.
Maar weten extraverte mensen zich inderdaad vrijer te uiten of zijn zij slechts een beïnvloedbare speelbal van de wensen en verwachtingen van hun omgeving? In hoeverre is de uiting echt?
Volgens Freud krijgen extraverte mensen energie van andere mensen, van gezelschappen. Eigenlijk zijn het dus types die graag in de belangstelling staan: ze leven op als ze een schijnwerper op zich gericht voelen, of als ze omringd worden door de tintelende vibes van de energie van anderen. Extraverte mensen hebben sneller de neiging om te verwoorden of te verbeelden wat zij voelen in een groep. Vooral als deze extraverte mens ook nog eens erg aanvoelend is.
-----
Bovenstaande opmerkingen zijn een samenraapsel van wat ik op internet tegenkwam bij het lezen over blogs en sites met introvert en extravert als thema. Ik heb ze samengeveegd tot deze conclusie. Maar heb het gevoel dat de inhoud veel te kort door de bocht is. Volgens mij zijn er veel meer facetten in introvert/extravert zijn.
Zelf ben ik van mening dat ik extravert ben. Want ik flap er vaak uit wat ik denk en voel. Ik maak makkelijk contact met wildvreemden en denk pas later na over consequenties (extravert zijn wordt vaak gekoppeld aan impulsiviteit).
Maar daarentegen ben ik met vlagen zeer introvert. Zit ik liever thuis onder een kleedje achter de pc, want dat is "veiliger" en -ja lieve nachtbraker, zelfs ik - zeg een concert af waar ik een ticket voor heb gekocht uit angst voor het onbekende.
------
Conclusie II:
Er is niet zoiets als een 100% introvert of extravert persoon.
Dat is veel te zwart-wit.
Wij mensen zijn grijs.
------
Grijze muizen
Met een randje roze
Groen, indigo
Of pimpelpaars wellicht
Net dat leuke sjaaltje
Maakt ons uniek
Maar hij kan ook weer af
Hij zit niet vast
woensdag 20 november 2013
zondag 20 oktober 2013
De koffiedate
..."Kopje koffie doen?" had ik gevraagd en ik voelde de grond al een stukje onder mijn voeten opengaan. Stond ik op het punt om mezelf nu heel erg voor schut te zetten?
Zijn pretoogjes begonnen echter nog meer te glimmen. "Ik dacht dat je het nooit zou vragen." Antwoordde hij droog.
We gaven elkaar een hand en stelden ons aan elkaar voor. Een paar tellen later zaten we in het dichtstbijzijnde café en bestelden een koffie. Ik een café au lait en hij een gewone, zwart.
"Ik moet zeggen dat ik het erg kan waarderen dat je je omdraaide en me aansprak. Dat heeft een vrouw nog nooit eerder bij me gedaan. Ben jij altijd zo brutaal?"
Brutaal? Ik? Hij moest eens weten.
Ik schudde mijn hoofd en zocht naar woorden.
"Het kwam meer omdat ik een afspraak met mezelf had gemaakt dat ik in het vervolg wat meer initiatief moest nemen."
"Nou, dan ben ik blij dat ik degene ben geweest die daarna langs kwam lopen." zei hij met een grijns.
Het was vooral die jongensachtige grijns die hem aantrekkelijk maakte. En zijn zelfverzekerde nonchalance. Verder was hij niet echt opvallend te noemen. Niet slank, maar ook niet heel breed. Ondefinieerbare haarkleur; beetje bruin, beetje blond. Rossige stoppels op zijn brede maar ook vlezige kaak. Neutrale kledingkeus. Maar zijn hele houding had die air. Een soort know how.
We hadden een heel gezellige middag en kletsten echt over van alles. Er was een klik. Er was chemie. En er was een vriendin: een fotootje in zijn portemonee en een terloopse opmerking. Omdat de opmerking wel heel erg terloops was, vroeg ik specifieker of hij al bezet was.
"Bezet, wat heet bezet. Ik heb een relatie, dat is zo, ja."
"Maar jullie zijn niet monogaam?"
"Jawel." Hij speelde met zijn servet en keek me niet aan.
"Dan ben je toch gewoon bezet?"
"Nou weet je, soms moet je de dingen niet zo letterlijk nemen." En toen keek hij me recht in mijn ogen, met diezelfde nonchalante en ietwat arrogante blik. De pretlichtjes waren weg en hij had nu iets dwingends.
Ik schoof mijn stoel naar achter, legde wat geld op tafel en gaf hem formeel een hand. Ik bedankte hem voor de gezellige middag, greep mijn jas en ik beende het café uit.
Er zijn momenten wanneer je moet weten dat je initiatief moet nemen en er zijn momenten wanneer je moet weten dat je het initiatief weer in moet trekken.
Zijn pretoogjes begonnen echter nog meer te glimmen. "Ik dacht dat je het nooit zou vragen." Antwoordde hij droog.
We gaven elkaar een hand en stelden ons aan elkaar voor. Een paar tellen later zaten we in het dichtstbijzijnde café en bestelden een koffie. Ik een café au lait en hij een gewone, zwart.
"Ik moet zeggen dat ik het erg kan waarderen dat je je omdraaide en me aansprak. Dat heeft een vrouw nog nooit eerder bij me gedaan. Ben jij altijd zo brutaal?"
Brutaal? Ik? Hij moest eens weten.
Ik schudde mijn hoofd en zocht naar woorden.
"Het kwam meer omdat ik een afspraak met mezelf had gemaakt dat ik in het vervolg wat meer initiatief moest nemen."
"Nou, dan ben ik blij dat ik degene ben geweest die daarna langs kwam lopen." zei hij met een grijns.
Het was vooral die jongensachtige grijns die hem aantrekkelijk maakte. En zijn zelfverzekerde nonchalance. Verder was hij niet echt opvallend te noemen. Niet slank, maar ook niet heel breed. Ondefinieerbare haarkleur; beetje bruin, beetje blond. Rossige stoppels op zijn brede maar ook vlezige kaak. Neutrale kledingkeus. Maar zijn hele houding had die air. Een soort know how.
We hadden een heel gezellige middag en kletsten echt over van alles. Er was een klik. Er was chemie. En er was een vriendin: een fotootje in zijn portemonee en een terloopse opmerking. Omdat de opmerking wel heel erg terloops was, vroeg ik specifieker of hij al bezet was.
"Bezet, wat heet bezet. Ik heb een relatie, dat is zo, ja."
"Maar jullie zijn niet monogaam?"
"Jawel." Hij speelde met zijn servet en keek me niet aan.
"Dan ben je toch gewoon bezet?"
"Nou weet je, soms moet je de dingen niet zo letterlijk nemen." En toen keek hij me recht in mijn ogen, met diezelfde nonchalante en ietwat arrogante blik. De pretlichtjes waren weg en hij had nu iets dwingends.
Ik schoof mijn stoel naar achter, legde wat geld op tafel en gaf hem formeel een hand. Ik bedankte hem voor de gezellige middag, greep mijn jas en ik beende het café uit.
Er zijn momenten wanneer je moet weten dat je initiatief moet nemen en er zijn momenten wanneer je moet weten dat je het initiatief weer in moet trekken.
vrijdag 18 oktober 2013
Daar sta je dan
Soms heb je dat je op straat iemand tegenkomt waarvan je denkt: "Nou, die ziet er niet verkeerd uit." En heel soms kijkt die ander je op dat moment precies op dezelfde manier aan. Je maakt oogcontact en je weet van elkaar dat die ander jou ook gespot heeft (en goedgekeurd). Vrijwel altijd loop je daarna gewoon door en ga je je een paar minuten later afvragen hoe het zou zijn geweest als je een praatje met die persoon had gemaakt.
Omdat dit mij nu al zo vaak is overkomen heb ik ooit eens met mijzelf afgesproken dat ik de volgende keer blijf staan en ook daadwerkelijk een praatje aanknoop. Want wat heb je te verliezen?
Van de week gebeurde het dus. Ik liep dromerig over Eendrachtsplein, mijn ogen dwalend langs de leuke gevels, toen er uit tegenovergestelde richting een jongen mijn kant op kwam lopen. Gewoon een voorbijganger, waarschijnlijk op weg naar het station. Maar zijn lichaamshouding viel me op: behoorlijk zelfverzekerd. Hij was niet eens erg gespierd of een modellentype, gewoon een normale jongen die lekker in zijn vel zit en dat van verre al uitstraalde. Toen we elkaar passeerden maakten we oogcontact. Hij had mij blijkbaar ook al taxerend in de smiezen gehouden. Mijn hersenen werkten te traag om te beseffen dat ik stil moest gaan staan en ik liep dus een beetje wezenloos door. Maar de ondeugende fonkeling in zijn ogen toen hij merkte dat ik ook naar hem had lopen staren was wel meteen tot me doorgedrongen en waarschijnlijk was dat de reden dat ik alsnog bleef staan en me omdraaide. Hij keek ook om. Toen hij zag dat ik gestopt was, stopte hij ook. Met een brede grijns keek hij me ontwapenend aan alsof hij wilde zeggen: "Nou, kom op dan."
Ik voelde mijn hart in mijn keel bonken. "Shit, ik ben hier veel te onzeker voor."
Er gleed weliswaar een glimlach over mijn mond, maar ik voelde ook meteen dat mijn wangen vuurrood werden. Het was een ongemakkelijk moment. Daar stonden we op zeker vijf meter afstand van elkaar, afwachtend. En niemand van ons twee die de eerste stap durfde doen. Ik stond al op het punt om me verlegen giechelend om te draaien en door te lopen. Maar een trots stemmetje in mijn hoofd gaf me een soort duw in de rug. Ik deed de eerste stap. En nog één. Mijn trots nam het roer over en vroeg zonder hapering of trillen: "Kopje koffie doen?"
- wordt vervolgd-
Omdat dit mij nu al zo vaak is overkomen heb ik ooit eens met mijzelf afgesproken dat ik de volgende keer blijf staan en ook daadwerkelijk een praatje aanknoop. Want wat heb je te verliezen?
Van de week gebeurde het dus. Ik liep dromerig over Eendrachtsplein, mijn ogen dwalend langs de leuke gevels, toen er uit tegenovergestelde richting een jongen mijn kant op kwam lopen. Gewoon een voorbijganger, waarschijnlijk op weg naar het station. Maar zijn lichaamshouding viel me op: behoorlijk zelfverzekerd. Hij was niet eens erg gespierd of een modellentype, gewoon een normale jongen die lekker in zijn vel zit en dat van verre al uitstraalde. Toen we elkaar passeerden maakten we oogcontact. Hij had mij blijkbaar ook al taxerend in de smiezen gehouden. Mijn hersenen werkten te traag om te beseffen dat ik stil moest gaan staan en ik liep dus een beetje wezenloos door. Maar de ondeugende fonkeling in zijn ogen toen hij merkte dat ik ook naar hem had lopen staren was wel meteen tot me doorgedrongen en waarschijnlijk was dat de reden dat ik alsnog bleef staan en me omdraaide. Hij keek ook om. Toen hij zag dat ik gestopt was, stopte hij ook. Met een brede grijns keek hij me ontwapenend aan alsof hij wilde zeggen: "Nou, kom op dan."
Ik voelde mijn hart in mijn keel bonken. "Shit, ik ben hier veel te onzeker voor."
Er gleed weliswaar een glimlach over mijn mond, maar ik voelde ook meteen dat mijn wangen vuurrood werden. Het was een ongemakkelijk moment. Daar stonden we op zeker vijf meter afstand van elkaar, afwachtend. En niemand van ons twee die de eerste stap durfde doen. Ik stond al op het punt om me verlegen giechelend om te draaien en door te lopen. Maar een trots stemmetje in mijn hoofd gaf me een soort duw in de rug. Ik deed de eerste stap. En nog één. Mijn trots nam het roer over en vroeg zonder hapering of trillen: "Kopje koffie doen?"
- wordt vervolgd-
dinsdag 15 oktober 2013
persoonlijkheidje Ri(j)ker
Op facebook kan je een testje doen welk Startrek figuur bij jouw persoonlijkheid past.
90% Wil Riker was mijn uitkomst.
Tja, ik heb altijd al geweten dat ik een womanizer was ;p
At times you are self-centered
but you have many friends.
You love many women, but the right
woman could get you to settle down.
Afgezien van de baard is de gelijkenis verbazingwekkend inderdaad.
En verder natuurlijk net zo arrogant en cynisch.
Al moet ik toegeven dat ik mijn nek wel eens verrekt heb bij het nakijken van het kontje van Troi. Wie weet....als ik een man was, was ik Riker. Nu laat ik me liever door hem versieren.
Ik ga door dit advies echt niet zomaar uit de kast komen, hoor. Het is niet voor niets een walk-IN wardrobe.
90% Wil Riker was mijn uitkomst.
Tja, ik heb altijd al geweten dat ik een womanizer was ;p
At times you are self-centered
but you have many friends.
You love many women, but the right
woman could get you to settle down.
Afgezien van de baard is de gelijkenis verbazingwekkend inderdaad.
En verder natuurlijk net zo arrogant en cynisch.
Al moet ik toegeven dat ik mijn nek wel eens verrekt heb bij het nakijken van het kontje van Troi. Wie weet....als ik een man was, was ik Riker. Nu laat ik me liever door hem versieren.
Ik ga door dit advies echt niet zomaar uit de kast komen, hoor. Het is niet voor niets een walk-IN wardrobe.
donderdag 10 oktober 2013
Weer terug
Daar ben ik dan weer. Terug in Rotterdam.
Het was heerlijk om een lange vakantie onder de vleugels van mijn ouders te kunnen schuilen, maar in september begon de studie weer. Dat voelde als een plons koud water terug in het "echte" leven. Met het openbaar vervoer iedere dag naar Leiden was niet te doen en dus heb ik weer een portiekwoning gehuurd in de grote havenstad, nabij de trams.
Het is een fijne woning. Een singel voor de deur voor het groen dat ik nu langzaam iedere dag geler mag zien worden, een balkon voor de kat, een steile portiektrap voor mijn conditie en een oude gaskachel voor de warmte. Meer heb ik niet nodig. Een groot deel van mijn spullen staan nog bij mijn ouders op de kamer die daar voor me is ingericht. Maar mijn boekenkast hier raakt alweer aardig gevuld met de vertrouwde namen waar ik mij graag mee omring. Anders voel ik mij te alleen.
De kat heeft al een vast plekje in de vensterbank waar hij naar alle overvliegende vogels kan kijken met trommelende staart. Alsof hij hier altijd al heeft gezeten. Ik neem nog maar een kopje thee en kijk een beetje wezenloos om me heen. Zal ik de dozen die nog in de hoek staan nu gaan uitpakken? Dat kozijn moet nog geverfd worden, dat zou nu een goed moment zijn. Dan knippert het lampje van mijn pc en ik schuif mijn bureaustoel in de gewenste positie achter mijn nieuwe bureau annex eettafel. Hallo datingsite. Ik ben er weer.
Het was heerlijk om een lange vakantie onder de vleugels van mijn ouders te kunnen schuilen, maar in september begon de studie weer. Dat voelde als een plons koud water terug in het "echte" leven. Met het openbaar vervoer iedere dag naar Leiden was niet te doen en dus heb ik weer een portiekwoning gehuurd in de grote havenstad, nabij de trams.
Het is een fijne woning. Een singel voor de deur voor het groen dat ik nu langzaam iedere dag geler mag zien worden, een balkon voor de kat, een steile portiektrap voor mijn conditie en een oude gaskachel voor de warmte. Meer heb ik niet nodig. Een groot deel van mijn spullen staan nog bij mijn ouders op de kamer die daar voor me is ingericht. Maar mijn boekenkast hier raakt alweer aardig gevuld met de vertrouwde namen waar ik mij graag mee omring. Anders voel ik mij te alleen.
De kat heeft al een vast plekje in de vensterbank waar hij naar alle overvliegende vogels kan kijken met trommelende staart. Alsof hij hier altijd al heeft gezeten. Ik neem nog maar een kopje thee en kijk een beetje wezenloos om me heen. Zal ik de dozen die nog in de hoek staan nu gaan uitpakken? Dat kozijn moet nog geverfd worden, dat zou nu een goed moment zijn. Dan knippert het lampje van mijn pc en ik schuif mijn bureaustoel in de gewenste positie achter mijn nieuwe bureau annex eettafel. Hallo datingsite. Ik ben er weer.
dinsdag 9 juli 2013
Afscheid
Hoe in een paar weken veel kan veranderen.
Zoals jullie weten had ik besloten om tijdelijk bij mijn ouders in te trekken tot het weer wat beter ging met mijn vader. Dat bleek een goede beslissing te zijn. Wat alleen minder handig was, was dat ik ieder weekend weer terug moest naar Rotterdam omdat ik daar nog steeds mijn huurhuisje en mijn bijbaan in een winkel had. Ik zeg heel bewust "had".
Het beviel me beter dan verwacht om weer onder ouderlijke vleugels te wonen. De ruimte, de rust, de stilte, de natuur. Ieder weekend in Rotterdam betekende een overdaad aan negatieve prikkels voor mijn ontwende zenuwen. Stank, viezigheid, smog, drukte en lawaai. Waar deed ik dat eigenlijk nog voor? Om die paar centen te verdienen die meteen opgingen aan de huur voor een huis waar ik nooit was, waar de planten doodgingen en het stof zich ophoopte? Als ik mijn huur en mijn baantje op zou zeggen zou ik meer geld overhouden per maand. Mijn ouders vroegen geen kostgeld, slechts wat hulp in het huishouden. De knoop was verrassend snel doorgehakt.
Mijn broer hielp me de laatste grote spullen in de stationwagon te laden. Uit elkaar gehaalde boekenkasten die zolang bij mijn ouders op zolder geparkeerd kunnen worden. Lang leve het eenvoudige IKEAsysteem. Ideaal om je leven even in elkaar te klappen en weg te zetten. Mijn blik gleed over de nu kale vloer en wanden. Mijn schilderijen hadden nauwelijks een afdruk achtergelaten op de muur. De harige aanwezigheid van mijn kat was verdwenen in de stofzuiger. Met mijn spullen was ook de persoonlijkheid van het appartement verdwenen. Mijn thuis was nu een leeg huis. Klaar om door een ander overgenomen en bewoond te worden. Het deed me weinig.
Mijn broer kuchte bescheiden in de deurpost. Mijn pc-kast onder zijn arm. "Heb je alles?"
"Ja, ik heb alles."
Met verbazingwekkend veel opluchting leverde ik de sleutel in van mijn kleine portiekwoning die jaren geleden nog het trotse symbool was van mijn zelfstandigheid. Prioriteiten veranderen.
Zoals jullie weten had ik besloten om tijdelijk bij mijn ouders in te trekken tot het weer wat beter ging met mijn vader. Dat bleek een goede beslissing te zijn. Wat alleen minder handig was, was dat ik ieder weekend weer terug moest naar Rotterdam omdat ik daar nog steeds mijn huurhuisje en mijn bijbaan in een winkel had. Ik zeg heel bewust "had".
Het beviel me beter dan verwacht om weer onder ouderlijke vleugels te wonen. De ruimte, de rust, de stilte, de natuur. Ieder weekend in Rotterdam betekende een overdaad aan negatieve prikkels voor mijn ontwende zenuwen. Stank, viezigheid, smog, drukte en lawaai. Waar deed ik dat eigenlijk nog voor? Om die paar centen te verdienen die meteen opgingen aan de huur voor een huis waar ik nooit was, waar de planten doodgingen en het stof zich ophoopte? Als ik mijn huur en mijn baantje op zou zeggen zou ik meer geld overhouden per maand. Mijn ouders vroegen geen kostgeld, slechts wat hulp in het huishouden. De knoop was verrassend snel doorgehakt.
Mijn broer hielp me de laatste grote spullen in de stationwagon te laden. Uit elkaar gehaalde boekenkasten die zolang bij mijn ouders op zolder geparkeerd kunnen worden. Lang leve het eenvoudige IKEAsysteem. Ideaal om je leven even in elkaar te klappen en weg te zetten. Mijn blik gleed over de nu kale vloer en wanden. Mijn schilderijen hadden nauwelijks een afdruk achtergelaten op de muur. De harige aanwezigheid van mijn kat was verdwenen in de stofzuiger. Met mijn spullen was ook de persoonlijkheid van het appartement verdwenen. Mijn thuis was nu een leeg huis. Klaar om door een ander overgenomen en bewoond te worden. Het deed me weinig.
Mijn broer kuchte bescheiden in de deurpost. Mijn pc-kast onder zijn arm. "Heb je alles?"
"Ja, ik heb alles."
Met verbazingwekkend veel opluchting leverde ik de sleutel in van mijn kleine portiekwoning die jaren geleden nog het trotse symbool was van mijn zelfstandigheid. Prioriteiten veranderen.
zaterdag 1 juni 2013
Appelbloesem
Bedankt allemaal voor de meelevende berichtjes. Het gaat gelukkig alweer een stuk beter met mijn vader, al vind ik hem nog een beetje wiebelig. De afgelopen weken heb ik bij mijn ouders in huis gelogeerd. Kat mee, plant mee en de bederfelijke inhoud van de koelkast ook. Waarschijnlijk heb ik een hoop af te stoffen als ik uiteindelijk weer terugkeer naar mijn eigen huis, maar een verlate lenteschoonmaak was toch al onvermijdelijk. Meestal laat ik in de maanden april en mei namelijk mijn complete huishouden versloffen vanwege tentamens en stressvretende presentaties op school. Ook dit jaar waren de toetsingen niet mals en ik betwijfel of ik alles wel gehaald heb. Maar deze keer zal ik mijn nagels niet weg eten in afwachting van de cijfers. Studie is nu niet meer prioriteit nummer één. Dat is mijn familie.
Bij mijn ouders heerst rust. Zelfs mijn kat had na drie dagen de nieuwigheid van de trap als mega klimpaal alweer gezien en ligt nu iedere middag te soezen op zijn kussen in de zonnige serre. Met uitzicht op de uitgestrekte tuin en de glinsterende rivier daarachter kun je nu eenmaal niet anders dan je mee laten voeren op de onbeweeglijkheid van het alles. Het zachte ruisen van de bladeren en het getjirp van ettelijke vogels doet onrustige gedachten verdwijnen en laten je wegzinken in de roes van acceptatie en gemoedsrust. Ik begrijp heel goed dat mijn ouders op deze plek oud willen worden.
Mijn broer heeft zich voorlopig ontfermd over de wijnverkoop van mijn vader. Geschrokken vrienden en vaste klanten laten we weten dat het nu nog niet de tijd is om en masse op bezoek te komen, maar dat ze uit blijk van medeleven wel een fles wijn kunnen kopen. De verkoop loopt beter dan ooit.
Dit alles gaat een beetje langs mijn vader heen. De dokter heeft hem het advies gegeven om iedere dag een uur te wandelen en hier heeft hij zich in vastgebeten. De eerste dagen viel het hem zwaar en moest hij met bleke lippen vaak al eerder opgeven dan hij zelf eigenlijk wilde. Maar tegenwoordig stappen we samen stevig een uur (en soms langer) langs de oever van de rivier door het natte gras.
Ook het tuinieren heeft hij weer opgepakt. Normaal gesproken was mijn moeder degene die met de scepter over gazon en struiken zwaaide, maar mijn vader heeft altijd een liefde gehad voor de rozen. Die liggen er nu dan ook mooier bij dan ooit. En het aloude idee van een eigen boomgaard vindt nu eindelijk vorm. Met zijn allen hebben we een stenen muurtje bebouwd in de weide die aan de tuin grenst en binnen dit kader een paar fruitboompjes geplant. De allereerste bloesem van de kleine appelboom maakte mijn vader haast uitzinnig van vreugde. Iedere dag lopen we via de boomgaard terug naar huis zodat hij teder en trots de fijne blaadjes aan kan raken.
Mijn vader komt er wel weer bovenop. Mede dankzij de appelbloesem.
Bij mijn ouders heerst rust. Zelfs mijn kat had na drie dagen de nieuwigheid van de trap als mega klimpaal alweer gezien en ligt nu iedere middag te soezen op zijn kussen in de zonnige serre. Met uitzicht op de uitgestrekte tuin en de glinsterende rivier daarachter kun je nu eenmaal niet anders dan je mee laten voeren op de onbeweeglijkheid van het alles. Het zachte ruisen van de bladeren en het getjirp van ettelijke vogels doet onrustige gedachten verdwijnen en laten je wegzinken in de roes van acceptatie en gemoedsrust. Ik begrijp heel goed dat mijn ouders op deze plek oud willen worden.
Mijn broer heeft zich voorlopig ontfermd over de wijnverkoop van mijn vader. Geschrokken vrienden en vaste klanten laten we weten dat het nu nog niet de tijd is om en masse op bezoek te komen, maar dat ze uit blijk van medeleven wel een fles wijn kunnen kopen. De verkoop loopt beter dan ooit.
Dit alles gaat een beetje langs mijn vader heen. De dokter heeft hem het advies gegeven om iedere dag een uur te wandelen en hier heeft hij zich in vastgebeten. De eerste dagen viel het hem zwaar en moest hij met bleke lippen vaak al eerder opgeven dan hij zelf eigenlijk wilde. Maar tegenwoordig stappen we samen stevig een uur (en soms langer) langs de oever van de rivier door het natte gras.
Ook het tuinieren heeft hij weer opgepakt. Normaal gesproken was mijn moeder degene die met de scepter over gazon en struiken zwaaide, maar mijn vader heeft altijd een liefde gehad voor de rozen. Die liggen er nu dan ook mooier bij dan ooit. En het aloude idee van een eigen boomgaard vindt nu eindelijk vorm. Met zijn allen hebben we een stenen muurtje bebouwd in de weide die aan de tuin grenst en binnen dit kader een paar fruitboompjes geplant. De allereerste bloesem van de kleine appelboom maakte mijn vader haast uitzinnig van vreugde. Iedere dag lopen we via de boomgaard terug naar huis zodat hij teder en trots de fijne blaadjes aan kan raken.
Mijn vader komt er wel weer bovenop. Mede dankzij de appelbloesem.
maandag 6 mei 2013
Minder leuke wending
Afgelopen week was ik nog totaal geabsorbeerd met het zoeken naar die leuke jongen uit Rotown. Donderdag zou ik 's avonds naar het optreden van Moses and The First Born gaan in de hoop hem weer tegen te komen. Overdag op school kon ik er mijn aandacht niet zo goed bijhouden en toen ik zag dat ik een gemiste oproep had van mijn moeder en haar tussen twee colleges in terug belde, duurde het even voor het tot me doordrong wat ze me vertelde.
"Wat zeg je? Pap heeft een hartaanval gehad?"
Het was meer de emotie in haar stem die me alarmeerde en me deed beseffen dat ik hier een vrij serieuze boodschap te horen kreeg, dan de eigenlijke betekenis van die woorden.
"Waar ben je nu?"
"In het ziekenhuis."
"Ik kom er nu meteen aan."
Het was heel onwerkelijk. De wandeling van de faculteit naar het station kan ik me niet meer herinneren. Eenmaal in de trein was ik vooral aan het bedenken welke bus of metro ik het beste kon nemen om zo snel mogelijk in het ziekenhuis te geraken. Alleen aan het trillen van mijn hand toen ik mijn flesje water neerzette was te merken dat er blijkbaar al het één en ander was doorgedrongen in mijn onderbewuste. Het bewuste besef kwam pas toen ik het ziekenhuis inliep en bij de balie de naam van mijn vader doorgaf. Een flinke prop in mijn keel zorgde voor een misselijk gevoel. Op de gang van de hartafdeling trof ik mijn schoonzusje met de kleine op haar arm en mijn moeder die me huilend omhelsde.
Ietwat chaotisch vertelde ze me dat pap net bij een klant wijn aan het leveren was toen hij een beetje in elkaar zakte. Omdat mijn vader zei dat hij pijn in zijn linkerschouder had en naar zijn borst had gegrepen meende de klant dit te herkennen als een hartaanval. Meteen werd de ambulance gebeld en die waren er op tijd bij.
Die man verdient op zijn minst een kist gratis wijn, als je het mij vraagt. Ik moet er niet aan denken dat mijn vader alleen was geweest, nog in de auto zat of dat de ambulance niet meteen was gebeld.
Met mijn vader gaat het nu weer goed. Hij is gedotterd en moest een paar dagen in het ziekenhuis blijven, maar hij is sinds gisteravond weer thuis. Eigenlijk is hij er vrij laconiek onder en ik heb het idee dat mijn moeder en wij kinderen nog het meest geschrokken zijn van het hele gebeuren. Deze maand zal hij het rustig aan moeten doen en iedere dag een lekkere wandeling moeten maken. Ik heb mijn spullen ingepakt en blijf een weekje bij mijn ouders logeren. Voor mij kan het ook geen kwaad om eens pas op de plaats te maken en aandacht te geven aan dat wat er echt toe doet: mijn familie.
"Wat zeg je? Pap heeft een hartaanval gehad?"
Het was meer de emotie in haar stem die me alarmeerde en me deed beseffen dat ik hier een vrij serieuze boodschap te horen kreeg, dan de eigenlijke betekenis van die woorden.
"Waar ben je nu?"
"In het ziekenhuis."
"Ik kom er nu meteen aan."
Het was heel onwerkelijk. De wandeling van de faculteit naar het station kan ik me niet meer herinneren. Eenmaal in de trein was ik vooral aan het bedenken welke bus of metro ik het beste kon nemen om zo snel mogelijk in het ziekenhuis te geraken. Alleen aan het trillen van mijn hand toen ik mijn flesje water neerzette was te merken dat er blijkbaar al het één en ander was doorgedrongen in mijn onderbewuste. Het bewuste besef kwam pas toen ik het ziekenhuis inliep en bij de balie de naam van mijn vader doorgaf. Een flinke prop in mijn keel zorgde voor een misselijk gevoel. Op de gang van de hartafdeling trof ik mijn schoonzusje met de kleine op haar arm en mijn moeder die me huilend omhelsde.
Ietwat chaotisch vertelde ze me dat pap net bij een klant wijn aan het leveren was toen hij een beetje in elkaar zakte. Omdat mijn vader zei dat hij pijn in zijn linkerschouder had en naar zijn borst had gegrepen meende de klant dit te herkennen als een hartaanval. Meteen werd de ambulance gebeld en die waren er op tijd bij.
Die man verdient op zijn minst een kist gratis wijn, als je het mij vraagt. Ik moet er niet aan denken dat mijn vader alleen was geweest, nog in de auto zat of dat de ambulance niet meteen was gebeld.
Met mijn vader gaat het nu weer goed. Hij is gedotterd en moest een paar dagen in het ziekenhuis blijven, maar hij is sinds gisteravond weer thuis. Eigenlijk is hij er vrij laconiek onder en ik heb het idee dat mijn moeder en wij kinderen nog het meest geschrokken zijn van het hele gebeuren. Deze maand zal hij het rustig aan moeten doen en iedere dag een lekkere wandeling moeten maken. Ik heb mijn spullen ingepakt en blijf een weekje bij mijn ouders logeren. Voor mij kan het ook geen kwaad om eens pas op de plaats te maken en aandacht te geven aan dat wat er echt toe doet: mijn familie.
donderdag 2 mei 2013
Fanta-jongen blijkt Sisi-boy
Allemaal lieve reacties gehad van mensen die me willen helpen zoeken naar Lennart/Lennaert/Lennerd. Vooral veel medewerking uit Rotown zelf. En nog steeds is het niet gelukt om de jongen te vinden. Je zou tegenwoordig toch wel verwachten dat via de social media binnen een wip iemand gevonden kan worden. Maar blijkbaar doet hij niet aan facebook/twitter en dergelijke.
En zijn vrienden blijkbaar ook niet, want ik ben niet veel wijzer over hem geworden. Wel dat ze in Rotown helemaal geen Fanta schenken....Maar wel Sisi. Hij dronk dus Sisi met een rietje.
Is hij misschien op vakantie? Zou hij dan vanavond weer terug zijn om de band Mozes and the First Born in Rotown te gaan bekijken? Ik weet dat hij dit een leuke band vindt, omdat hij naar ze wilden kijken toen ze eigenlijk eerder in april geboekt waren. Dat is één van de weinige dingen waar we het over gehad hebben. En nu blijkt maar weer hoe belangrijk duidelijke communicatie is. Al die lichaamssignalen waren heel leuk, maar ik zit mezelf nu een rad voor ogen te draaien met alle "aannames" en "invullingen". Meestal bespreek je in een eerste gesprek wie je bent, wat je doet en wat je interesses zijn. Maar wij niet. We hebben alleen maar een beetje lief naar elkaar staan glimlachen. Nou stond de muziek ook wel hard, maar toch.
O, er zijn zoveel dingen die ik achteraf gezien anders zou hebben gedaan. Maar "As is verbrande turf" zou mijn oma zaliger dan zeggen. Er zit maar één ding op: zorgen dat ik de komende dagen weer veel in Rotown te vinden ben. Als hij mij net zo graag wil zien als ik hem, dan zorgt hij dat hij daar op een gegeven moment heen gaat. Dat café is namelijk zijn enige aanknopingspunt (er even van uitgaand dat alle berichten op internet idd langs hem heen zijn gegaan).
En als ik hem na deze week nog steeds niet gevonden heb? Dan geef ik het op.
Ja echt waar. Ik vind het nu al een beetje een wanhopige schertsvertoning worden. Het is heel leuk dat iedereen me op facebook zit te koppelen aan allerlei Lennerds en aanverwanten, maar dit was toch niet helemaal de manier waarop ik mij de boel had voorgesteld.
Ook een raar verhaal voor de kleinkinderen later. "Ja, oma was verliefd op een jongen waar ze mee geglimlacht had, maar die kon ze niet meer vinden. Dus is ze verder gegaan met iemand anders die dezelfde naam had. Dat leek haar wel zo makkelijk."
En zijn vrienden blijkbaar ook niet, want ik ben niet veel wijzer over hem geworden. Wel dat ze in Rotown helemaal geen Fanta schenken....Maar wel Sisi. Hij dronk dus Sisi met een rietje.
Is hij misschien op vakantie? Zou hij dan vanavond weer terug zijn om de band Mozes and the First Born in Rotown te gaan bekijken? Ik weet dat hij dit een leuke band vindt, omdat hij naar ze wilden kijken toen ze eigenlijk eerder in april geboekt waren. Dat is één van de weinige dingen waar we het over gehad hebben. En nu blijkt maar weer hoe belangrijk duidelijke communicatie is. Al die lichaamssignalen waren heel leuk, maar ik zit mezelf nu een rad voor ogen te draaien met alle "aannames" en "invullingen". Meestal bespreek je in een eerste gesprek wie je bent, wat je doet en wat je interesses zijn. Maar wij niet. We hebben alleen maar een beetje lief naar elkaar staan glimlachen. Nou stond de muziek ook wel hard, maar toch.
O, er zijn zoveel dingen die ik achteraf gezien anders zou hebben gedaan. Maar "As is verbrande turf" zou mijn oma zaliger dan zeggen. Er zit maar één ding op: zorgen dat ik de komende dagen weer veel in Rotown te vinden ben. Als hij mij net zo graag wil zien als ik hem, dan zorgt hij dat hij daar op een gegeven moment heen gaat. Dat café is namelijk zijn enige aanknopingspunt (er even van uitgaand dat alle berichten op internet idd langs hem heen zijn gegaan).
En als ik hem na deze week nog steeds niet gevonden heb? Dan geef ik het op.
Ja echt waar. Ik vind het nu al een beetje een wanhopige schertsvertoning worden. Het is heel leuk dat iedereen me op facebook zit te koppelen aan allerlei Lennerds en aanverwanten, maar dit was toch niet helemaal de manier waarop ik mij de boel had voorgesteld.
Ook een raar verhaal voor de kleinkinderen later. "Ja, oma was verliefd op een jongen waar ze mee geglimlacht had, maar die kon ze niet meer vinden. Dus is ze verder gegaan met iemand anders die dezelfde naam had. Dat leek haar wel zo makkelijk."
zaterdag 27 april 2013
wanhopig oproepje
Oproepje:
Ben jij de Lennert/Lennaert/Lennard uit het verhaal "Fanta met een rietje"? (zie blogs)
Dan zoek ik jou!!
Ik wil je echt heel graag weer zien.
Herken jij jezelf? Of ken jij iemand die aan de beschrijving voldoet? Kom je regelmatig in Rotown en wil je mij helpen zoeken?
Mail dan alsjeblieft naar lauralivelle@gmail.com
Ben jij de Lennert/Lennaert/Lennard uit het verhaal "Fanta met een rietje"? (zie blogs)
Dan zoek ik jou!!
Ik wil je echt heel graag weer zien.
Herken jij jezelf? Of ken jij iemand die aan de beschrijving voldoet? Kom je regelmatig in Rotown en wil je mij helpen zoeken?
Mail dan alsjeblieft naar lauralivelle@gmail.com
Op zoek naar fanta met een rietje
Na de hele dag een raar gevoel in mijn keel gehad te hebben was het dan eindelijk avond. Veel te vroeg stond ik al helemaal klaar om naar het centrum te gaan. Drie keer van outfit veranderd voor ik tevreden was. Op mijn fiets door de nattigheid en het rare gevoel van mijn keel zakte naar mijn buik. Ik moest even slikken toen ik de deur doorging en daar stond ik dan weer. In de zaal van Rotown die ondertussen mijn tweede huiskamer is geworden. Maar toch voelde ik me hier vanavond verre van ontspannen. Mijn ogen gleden van gezicht naar gezicht, maar nergens waren de lieve ogen van de fantajongen te ontdekken. Hij had gezegd dat hij hier zou zijn vanavond. Waarschijnlijk was ik te vroeg en was hij er nog niet.
Misschien niet zo handig om alleen te zijn vanavond. Zonder afleiding kroop de tijd helemaal voorbij en restte mij niets anders dan herhaaldelijk een drankje te gaan halen en een strategische plek in de zaal te zoeken waar ik zowel de ingang als het halletje in de gaten kon houden.
Het werd steeds drukker binnen. Er was leuke muziek, maar het kwam niet echt bij me binnen. Ik was te druk bezig met om me heen kijken. Als ik naar de wc ging, wat deze avond wel erg vaak voorkwam omdat ik uit verveling meer frisdrank dronk dan normaal, maar ook omdat ik dan weer door het halletje kon lopen, dan liep ik meteen maar een rondje door de hele zaal, voor zover dat ging. Misschien stond hij al die tijd wel op die plek die aan het oog ontrokken is door het podiumgordijn. Voor de zekerheid ook maar even daar kijken dan. Niets. Ik begon een beetje moedeloos te worden. De band gaf aan dat dit hun laatste nummer zou zijn en ik had Lennert/Lennaert/Lennard nog steeds niet gespot.
Misschien wist ik gewoon niet goed meer hoe zijn gezicht eruit zag en stond hij al die tijd gewoon tussen het publiek. Dat zou best kunnen. Ik wist zelfs niet mee hoe zijn naam geschreven werd, ook al had hij mij zijn id-pasje laten zien vorige week. Had ik nou maar beter naar zijn naam gekeken in plaats van naar de foto. Dan wist ik tenminste wat zijn achternaam was en had ik hem misschien wel op internet kunnen vinden.
Ik begon mezelf een beetje een hopeloos geval te vinden. Daar stond ik dan; bij een leuk programma zonder dat ik ervan kon genieten. Op een avond dat ik, na mijn huiswerk gedaan te hebben, eigenlijk rustig thuis voor de tv zou moeten zitten omdat ik morgen alweer vroeg naar college moest. Dat werd niets meer zo. Maar toch ging ik nog niet naar huis. Stel je voor dat hij binnen zou komen als ik net weg was.
Dus bleef ik te lang plakken en zat ik de volgende ochtend te gapen tijdens een belangrijk college. Vrijdag bleef ik de hele dag moe en chagrijnig. s'Avonds op mijn werk bleef ik maar hopen dat de fantajongen heel toevallig mijn winkel in zou stappen, wat natuurlijk niet gebeurde en vandaag, zaterdag ben ik héél blij dat ik vrij heb en gewoon kan luieren en mijn achterstallig huiswerk in kan halen.
Vanmiddag, als de zon blijft schijnen, misschien even een terrasje pakken met een vriendin. Dan wel voor Rotown natuurlijk. Wie weet loopt hij daar langs.
Misschien niet zo handig om alleen te zijn vanavond. Zonder afleiding kroop de tijd helemaal voorbij en restte mij niets anders dan herhaaldelijk een drankje te gaan halen en een strategische plek in de zaal te zoeken waar ik zowel de ingang als het halletje in de gaten kon houden.
Het werd steeds drukker binnen. Er was leuke muziek, maar het kwam niet echt bij me binnen. Ik was te druk bezig met om me heen kijken. Als ik naar de wc ging, wat deze avond wel erg vaak voorkwam omdat ik uit verveling meer frisdrank dronk dan normaal, maar ook omdat ik dan weer door het halletje kon lopen, dan liep ik meteen maar een rondje door de hele zaal, voor zover dat ging. Misschien stond hij al die tijd wel op die plek die aan het oog ontrokken is door het podiumgordijn. Voor de zekerheid ook maar even daar kijken dan. Niets. Ik begon een beetje moedeloos te worden. De band gaf aan dat dit hun laatste nummer zou zijn en ik had Lennert/Lennaert/Lennard nog steeds niet gespot.
Misschien wist ik gewoon niet goed meer hoe zijn gezicht eruit zag en stond hij al die tijd gewoon tussen het publiek. Dat zou best kunnen. Ik wist zelfs niet mee hoe zijn naam geschreven werd, ook al had hij mij zijn id-pasje laten zien vorige week. Had ik nou maar beter naar zijn naam gekeken in plaats van naar de foto. Dan wist ik tenminste wat zijn achternaam was en had ik hem misschien wel op internet kunnen vinden.
Ik begon mezelf een beetje een hopeloos geval te vinden. Daar stond ik dan; bij een leuk programma zonder dat ik ervan kon genieten. Op een avond dat ik, na mijn huiswerk gedaan te hebben, eigenlijk rustig thuis voor de tv zou moeten zitten omdat ik morgen alweer vroeg naar college moest. Dat werd niets meer zo. Maar toch ging ik nog niet naar huis. Stel je voor dat hij binnen zou komen als ik net weg was.
Dus bleef ik te lang plakken en zat ik de volgende ochtend te gapen tijdens een belangrijk college. Vrijdag bleef ik de hele dag moe en chagrijnig. s'Avonds op mijn werk bleef ik maar hopen dat de fantajongen heel toevallig mijn winkel in zou stappen, wat natuurlijk niet gebeurde en vandaag, zaterdag ben ik héél blij dat ik vrij heb en gewoon kan luieren en mijn achterstallig huiswerk in kan halen.
Vanmiddag, als de zon blijft schijnen, misschien even een terrasje pakken met een vriendin. Dan wel voor Rotown natuurlijk. Wie weet loopt hij daar langs.
woensdag 24 april 2013
Fanta met een rietje
Van het weekend belde een vriendin me met de vraag of ik zin had om mee te gaan stappen. Ze was sinds hun kleine er is niet echt meer weg geweest 's avonds en ze verlangde nu echt naar een "ouderwets" avondje uit. En aangezien ik één van de weinige ben uit die vriendengroep die niet gesetteld is en met kind geschopt, belde ze mij. "Want Laura is altijd wel in voor een avondje losgaan."
Eigenlijk was ik best moe, maar mijn reputatie stond hier blijkbaar op het spel. Ik zei dus "ja".
En het was inderdaad heel erg gezellig. Eerst bijkletsen met een biertje aan een tafeltje en laat op de avond de dansvloer op. We haalden alle oude danstrucjes uit de kast en hadden samen de grootste lol. Op een gegeven moment stopte ik even met dansen om wat op adem te komen en mijn drankje te drinken. Voor me stond een lange jongen met donkerbruin haar aan een flesje fanta te zuigen door een rietje. Dat zag er zo aandoenlijk uit. Blijkbaar stond hij al eventjes naar mij te kijken want hij begon een beetje te blozen nu ik ook naar hem keek. Ik grijnsde terug. Hij trok een gekke bek en ik schoot in de lach. We hebben een paar minuten bekken naar elkaar staan trekken omdat de muziek toch veel te hard stond om verbaal te kunnen communiceren. Hij was erg grappig. Mijn vriendin trok mijn aandacht en ik was alweer afgeleid. Ik danste weer verder.
Op een gegeven moment voelde ik dat iemand me op de arm tikte. Ik draaide me om en een middelgrote donkerblonde jongen wenkte me naar de rand van de dansvloer. Hij wilde me duidelijk iets vertellen. Ik volgde richting de garderobe waar zijn vrienden stonden en boog mijn oor naar zijn mond om te kunnen verstaan wat hij zei.
"Niet meteen kijken, maar er staat in het halletje iemand naar je te kijken. Dat is een vriend van mij en hij vind je heel erg leuk. Alleen durft hij dat niet tegen je te zeggen, daar is hij veel te verlegen voor."
Ik keek onopvallend naar het halletje richting de toiletten en zag de jongen die zo even met zijn flesje fanta gekke bekken naar me had staan trekken. Ik knikte naar de vriend om te laten weten dat ik het begrepen had. De donkerblonde jongen liep met het groepje vrienden naar buiten. De fantajongen bleef achter in het halletje. Volgens mij had hij niet gezien dat ik met zijn vriend had staan praten. Zijn ogen vlogen zoekend over de dansvloer. Ik ging drinken halen voor mijn vriendin en mijzelf en voegde me weer bij haar om verder te dansen. De blik van de fantajongen brandde nu op mijn rug, maar ik deed net of ik niets door had. Tot ik de komedie welletjes vond en rechtstreeks naar het halletje liep. Ik moest me langs allerlei mensen wurmen tot ik vlak naast de jongen uitkwam. Ik legde mijn hand op zijn zij en zag zijn ogen, die me al die tijd gevolgd hadden, eventjes verwijden. Ik ging op mijn tenen staan en boog mijn lichaam naar hem toe. Mijn hand nu op zijn borstkas. Ik schreeuwde in zijn oor: "Ik vind jou leuk!"
Er trok een glimlach over zijn gezicht. Hij schreeuwde in mijn oor hoe hij heette. Zijn naam was Lennart. Ik schreeuwde mijn naam terug. Hij vroeg hoe oud ik was en ik schreeuwde 28. Er was wat gehannes omdat ik hem niet verstond. Hij wilde me iets duidelijk maken en ik wist niet wat. Toen haalde hij zijn portemonnee uit zijn zak en liet me zijn ID-pas zien. Ik las zijn naam die anders gespeld werd dan ik had verwacht en ik keek naar zijn foto. Een serieus kijkende versie van de jongen die lief lachend voor me stond. Hij schudde zijn hoofd en wees met zijn vinger naar de datum op zijn pasje. En toen begreep ik het. Hij wilde me laten weten hoe oud hij was. Ik bekeek het jaartal en moest even nadenken. Door alle drank was ik niet al te scherp meer. Ooooo, hij is twee jaar jonger dan ik ben! Dat bedoelde hij. Ik lachte schaapachtig en haalde mijn schouders op om te laten weten dat me dat niets uitmaakte. Hij grijnsde opgelucht terug. We deden nog wat pogingen om een gesprek aan te gaan door om beurten in elkaars oor te schreeuwen, maar weer was de non-verbale communicatie tussen ons veelzeggender. Zijn lieve bruine ogen keken me blij aan. Ik merkte dat hij het fijn vond dat ik hem telkens licht aanraakte, al bleef hij zelf zijn hand om zijn lege fantaflesje klemmen. Allebei hadden we geen drinken meer, maar we wilden ons plekje niet verlaten. Een hele tijd bleven we zo staan, net niet tegen elkaar aan. Het was een heel fijn gevoel.
Toen zag ik dat mijn vriendin me aan het zoeken was. Ze stond al een tijdje stil op de dansvloer om zich heen te kijken. Ik schreeuwde in het oor van de jongen dat ik even naar mijn vriendin toe moest maar dat ik zo weer terug was. Ik worstelde me tussen de lichamen door naar haar. Ze was blij dat ik op haar afkwam en gebaarde dat ze zich niet lekker voelde. Nu zag ik pas hoe wit ze was. Ze klampte mijn arm vast en schreeuwde dat ze zich niet goed voelde. Dat ze naar huis wilde. Ik knikte en gebaarde dat ik nog even ergens heen moest maar dat ik zo weer terug zou zijn. Ik gaf haar alvast mijn garderobekaartje. Weer wurmde ik me een weg naar de fantajongen en legde uit dat mijn vriendin zich ziek voelde en dat we naar huis gingen. Hij knikte bezorgd en liep achter me aan naar de garderobe. Het was er vreselijk druk en iedereen stond tegen elkaar aan te duwen. Ik vond het heel lief dat de fantajongen met me mee was gelopen naar de garderobe. Al wist ik niet goed wat ik tegen hem moest zeggen nu we wat beter de kans hadden om te praten. Het duurde ontzettend lang voor we eindelijk onze jas hadden en ik maakte me echt bezorgd om mijn vriendin. Ze zag er zo vreselijk moe uit.
De fantajongen vroeg of hij mijn telefoonnummer mocht hebben. Ik twijfelde en schudde mijn hoofd.
"Jij komt hier toch ook regelmatig?"
Vertwijfeld knikte hij.
"Dan zie ik je volgende week toch gewoon weer?"
Hij fronste en dacht na.
"Ik ben hier volgende week alleen op donderdag, Dan speelt er een bandje."
"Ik weet niet zeker of ik donderdag kan, maar ik zal kijken."
Mijn vriendin stond nu naast me met de jassen. Ze gaf me de mijne en liep richting de uitgang. Ik keek nog één keer om naar de fantajongen. Eigenlijk wilde ik hem zoenen. Hij keek zo bezorgd en onzeker. Ik wilde hem geruststellen dat ik hem echt leuk vond. Maar om de één of andere reden glimlachte ik alleen maar naar hem en zei "Tot snel."
Buiten besloot mijn vriendin een taxi te nemen in plaats van te gaan fietsen. Ik liep met haar mee naar de taxistandplaats die vlakbij was. Na haar uitgezwaaid te hebben rende ik terug naar de kroeg. Met een zwaai deed ik de deur weer open en ik verwachtte de fantajongen nog bij de garderobe te zien staan. Maar hij was er niet meer. Ik liep langs de bar richting het halletje. Ook daar was hij niet. Shit. Ik had er spijt van dat ik niet op de juiste manier afscheid had genomen. Waarom had ik mijn telefoonnummer niet gegeven? Ik bleef nog even wachten en om me heen kijken maar hij was er echt niet meer. Teleurgesteld ging ik naar buiten en pakte mijn fiets. De hele weg naar huis kon ik mezelf wel voor mijn kop slaan.
Dan maar zorgen dat ik donderdag ook naar dat bandje ga kijken.
Eigenlijk was ik best moe, maar mijn reputatie stond hier blijkbaar op het spel. Ik zei dus "ja".
En het was inderdaad heel erg gezellig. Eerst bijkletsen met een biertje aan een tafeltje en laat op de avond de dansvloer op. We haalden alle oude danstrucjes uit de kast en hadden samen de grootste lol. Op een gegeven moment stopte ik even met dansen om wat op adem te komen en mijn drankje te drinken. Voor me stond een lange jongen met donkerbruin haar aan een flesje fanta te zuigen door een rietje. Dat zag er zo aandoenlijk uit. Blijkbaar stond hij al eventjes naar mij te kijken want hij begon een beetje te blozen nu ik ook naar hem keek. Ik grijnsde terug. Hij trok een gekke bek en ik schoot in de lach. We hebben een paar minuten bekken naar elkaar staan trekken omdat de muziek toch veel te hard stond om verbaal te kunnen communiceren. Hij was erg grappig. Mijn vriendin trok mijn aandacht en ik was alweer afgeleid. Ik danste weer verder.
Op een gegeven moment voelde ik dat iemand me op de arm tikte. Ik draaide me om en een middelgrote donkerblonde jongen wenkte me naar de rand van de dansvloer. Hij wilde me duidelijk iets vertellen. Ik volgde richting de garderobe waar zijn vrienden stonden en boog mijn oor naar zijn mond om te kunnen verstaan wat hij zei.
"Niet meteen kijken, maar er staat in het halletje iemand naar je te kijken. Dat is een vriend van mij en hij vind je heel erg leuk. Alleen durft hij dat niet tegen je te zeggen, daar is hij veel te verlegen voor."
Ik keek onopvallend naar het halletje richting de toiletten en zag de jongen die zo even met zijn flesje fanta gekke bekken naar me had staan trekken. Ik knikte naar de vriend om te laten weten dat ik het begrepen had. De donkerblonde jongen liep met het groepje vrienden naar buiten. De fantajongen bleef achter in het halletje. Volgens mij had hij niet gezien dat ik met zijn vriend had staan praten. Zijn ogen vlogen zoekend over de dansvloer. Ik ging drinken halen voor mijn vriendin en mijzelf en voegde me weer bij haar om verder te dansen. De blik van de fantajongen brandde nu op mijn rug, maar ik deed net of ik niets door had. Tot ik de komedie welletjes vond en rechtstreeks naar het halletje liep. Ik moest me langs allerlei mensen wurmen tot ik vlak naast de jongen uitkwam. Ik legde mijn hand op zijn zij en zag zijn ogen, die me al die tijd gevolgd hadden, eventjes verwijden. Ik ging op mijn tenen staan en boog mijn lichaam naar hem toe. Mijn hand nu op zijn borstkas. Ik schreeuwde in zijn oor: "Ik vind jou leuk!"
Er trok een glimlach over zijn gezicht. Hij schreeuwde in mijn oor hoe hij heette. Zijn naam was Lennart. Ik schreeuwde mijn naam terug. Hij vroeg hoe oud ik was en ik schreeuwde 28. Er was wat gehannes omdat ik hem niet verstond. Hij wilde me iets duidelijk maken en ik wist niet wat. Toen haalde hij zijn portemonnee uit zijn zak en liet me zijn ID-pas zien. Ik las zijn naam die anders gespeld werd dan ik had verwacht en ik keek naar zijn foto. Een serieus kijkende versie van de jongen die lief lachend voor me stond. Hij schudde zijn hoofd en wees met zijn vinger naar de datum op zijn pasje. En toen begreep ik het. Hij wilde me laten weten hoe oud hij was. Ik bekeek het jaartal en moest even nadenken. Door alle drank was ik niet al te scherp meer. Ooooo, hij is twee jaar jonger dan ik ben! Dat bedoelde hij. Ik lachte schaapachtig en haalde mijn schouders op om te laten weten dat me dat niets uitmaakte. Hij grijnsde opgelucht terug. We deden nog wat pogingen om een gesprek aan te gaan door om beurten in elkaars oor te schreeuwen, maar weer was de non-verbale communicatie tussen ons veelzeggender. Zijn lieve bruine ogen keken me blij aan. Ik merkte dat hij het fijn vond dat ik hem telkens licht aanraakte, al bleef hij zelf zijn hand om zijn lege fantaflesje klemmen. Allebei hadden we geen drinken meer, maar we wilden ons plekje niet verlaten. Een hele tijd bleven we zo staan, net niet tegen elkaar aan. Het was een heel fijn gevoel.
Toen zag ik dat mijn vriendin me aan het zoeken was. Ze stond al een tijdje stil op de dansvloer om zich heen te kijken. Ik schreeuwde in het oor van de jongen dat ik even naar mijn vriendin toe moest maar dat ik zo weer terug was. Ik worstelde me tussen de lichamen door naar haar. Ze was blij dat ik op haar afkwam en gebaarde dat ze zich niet lekker voelde. Nu zag ik pas hoe wit ze was. Ze klampte mijn arm vast en schreeuwde dat ze zich niet goed voelde. Dat ze naar huis wilde. Ik knikte en gebaarde dat ik nog even ergens heen moest maar dat ik zo weer terug zou zijn. Ik gaf haar alvast mijn garderobekaartje. Weer wurmde ik me een weg naar de fantajongen en legde uit dat mijn vriendin zich ziek voelde en dat we naar huis gingen. Hij knikte bezorgd en liep achter me aan naar de garderobe. Het was er vreselijk druk en iedereen stond tegen elkaar aan te duwen. Ik vond het heel lief dat de fantajongen met me mee was gelopen naar de garderobe. Al wist ik niet goed wat ik tegen hem moest zeggen nu we wat beter de kans hadden om te praten. Het duurde ontzettend lang voor we eindelijk onze jas hadden en ik maakte me echt bezorgd om mijn vriendin. Ze zag er zo vreselijk moe uit.
De fantajongen vroeg of hij mijn telefoonnummer mocht hebben. Ik twijfelde en schudde mijn hoofd.
"Jij komt hier toch ook regelmatig?"
Vertwijfeld knikte hij.
"Dan zie ik je volgende week toch gewoon weer?"
Hij fronste en dacht na.
"Ik ben hier volgende week alleen op donderdag, Dan speelt er een bandje."
"Ik weet niet zeker of ik donderdag kan, maar ik zal kijken."
Mijn vriendin stond nu naast me met de jassen. Ze gaf me de mijne en liep richting de uitgang. Ik keek nog één keer om naar de fantajongen. Eigenlijk wilde ik hem zoenen. Hij keek zo bezorgd en onzeker. Ik wilde hem geruststellen dat ik hem echt leuk vond. Maar om de één of andere reden glimlachte ik alleen maar naar hem en zei "Tot snel."
Buiten besloot mijn vriendin een taxi te nemen in plaats van te gaan fietsen. Ik liep met haar mee naar de taxistandplaats die vlakbij was. Na haar uitgezwaaid te hebben rende ik terug naar de kroeg. Met een zwaai deed ik de deur weer open en ik verwachtte de fantajongen nog bij de garderobe te zien staan. Maar hij was er niet meer. Ik liep langs de bar richting het halletje. Ook daar was hij niet. Shit. Ik had er spijt van dat ik niet op de juiste manier afscheid had genomen. Waarom had ik mijn telefoonnummer niet gegeven? Ik bleef nog even wachten en om me heen kijken maar hij was er echt niet meer. Teleurgesteld ging ik naar buiten en pakte mijn fiets. De hele weg naar huis kon ik mezelf wel voor mijn kop slaan.
Dan maar zorgen dat ik donderdag ook naar dat bandje ga kijken.
zondag 14 april 2013
Marathon
Altijd weer geweldig om te zien. De marathon van Rotterdam.
Vlak voor je neus zo met het zonnetje erbij is het goed te doen. Al zullen de renners het daar juist wat zwaarder mee hebben. Wat extra voor ze juichen dan maar.
Doet me trouwens denken aan de geweldige Rotterdamse film: De Marathon:
Vlak voor je neus zo met het zonnetje erbij is het goed te doen. Al zullen de renners het daar juist wat zwaarder mee hebben. Wat extra voor ze juichen dan maar.
Doet me trouwens denken aan de geweldige Rotterdamse film: De Marathon:
woensdag 3 april 2013
laat je korte verhaal online publiceren
Er is een kort verhaal van mij gepubliceerd op www.HonderdWoorden.tumblr.com
Jay! :D
superleuk initiatief
Schrijvers onder jullie: stuur een verhaal op van precies 100 woorden met een titel van één woord naar honderdwoorden@outlook.com
ook te vinden op twitter:
@HonderdWoorden
Jay! :D
superleuk initiatief
Schrijvers onder jullie: stuur een verhaal op van precies 100 woorden met een titel van één woord naar honderdwoorden@outlook.com
ook te vinden op twitter:
@HonderdWoorden
Kipje
Geen vriendje om de vrije paasdagen mee door te brengen dus streek dit kuiken neer bij paps en mams. Ik had een beetje verwacht dat mijn broer en zus er ook zouden zijn met hun kids en had me verheugd op het schilderen van hard gekookte eieren en ze de volgende ochtend te laten zoeken door het grut in de tuin. Maar ik bleek de enige spruit te zijn die dit jaar de opwachting had gemaakt. Mijn broer zat bij zijn schoonfamilie en mijn zus had haar gezin meegenomen voor een weekendje weg. Nou ja. Des te meer chocolade paaseitjes voor mij.
Een paar uur later lag de salontafel bezaaid met samengefrommelde kleurige paaseipapiertjes en zaten mijn vader en ik ieder zuigend op een ei helemaal verdiept in een boek in de diepe fauteuils tot mijn moeder ons riep voor de lunch. De tafel was paaselijk gedekt met het gele tafelkleed, de eierdopjes, verse broodjes, jus d'orange en alles wat er nog meer bij hoort. Maar in het mandje zaten bruine ongeverfde eieren en ik zat een beetje hulpeloos met de spijs uit mijn paastol te goochelen. Normaliter geef ik de spijs aan mijn zus, die er verzot op is. Zelf geef ik er niet veel om. Ze smeert het altijd helemaal uit over haar broodje met daarbovenop dan nog een laag roomboter en lekker dat ze dat vindt. Nu wist ik niet wat ik er mee moest doen. Mijn vader zag mijn twijfel en bood zijn bordje aan. Toen mijn moeder niet keek (ze heeft een hekel aan dat "gemier" met eten) smeerde ik de klodder spijs op zijn broodje waarna we allebei een grijns moesten onderdrukken.
Het spel "wiens ei het eerste breekt als je ze op elkaar tikt" was ook niet zo leuk als normaal nu er minder mededingers waren. Voor mijn broer moest je altijd oppassen. Die had de lepe gewoonte om van onder hard tegen je ei aan te tikken als jij nog van bovenaf op die van hem aan het mikken was.
Na de lunch een flinke wandeling door het bos waar gelukkig zo nu en dan een zonnetje scheen. En 's avonds (in plaats van een bordspel met de hele familie) wat tv gekeken met mijn ouders. Toen ik het logeerbed opzocht op zolder en om me heen keek in de grote kamer waar ik de andere lege logeerbedden zag staan voelde ik me een beetje eenzaam. Pasen zonder de rest van de familie is toch best wel kaal. Ik trok de dekens om me heen en draaide me om. Toen viel mijn oog op een pluchen beestje dat waarschijnlijk nog naast het bed lag sinds mijn kleine nichtje hier voor het laatst geslapen had. Ik pakte het op en herkende het vertrouwde gezichtje. "Kipje!"
Het was Kipje het Kuiken waar ik vroeger als kind al mee speelde. Ze was te groot om in de paastak te hangen dus belandde ze ooit tussen mijn speelgoed. En nu lag ze dus naast me in bed.
Zo had deze Pasen toch nog een vleugje nostalgie gekregen.
Een paar uur later lag de salontafel bezaaid met samengefrommelde kleurige paaseipapiertjes en zaten mijn vader en ik ieder zuigend op een ei helemaal verdiept in een boek in de diepe fauteuils tot mijn moeder ons riep voor de lunch. De tafel was paaselijk gedekt met het gele tafelkleed, de eierdopjes, verse broodjes, jus d'orange en alles wat er nog meer bij hoort. Maar in het mandje zaten bruine ongeverfde eieren en ik zat een beetje hulpeloos met de spijs uit mijn paastol te goochelen. Normaliter geef ik de spijs aan mijn zus, die er verzot op is. Zelf geef ik er niet veel om. Ze smeert het altijd helemaal uit over haar broodje met daarbovenop dan nog een laag roomboter en lekker dat ze dat vindt. Nu wist ik niet wat ik er mee moest doen. Mijn vader zag mijn twijfel en bood zijn bordje aan. Toen mijn moeder niet keek (ze heeft een hekel aan dat "gemier" met eten) smeerde ik de klodder spijs op zijn broodje waarna we allebei een grijns moesten onderdrukken.
Het spel "wiens ei het eerste breekt als je ze op elkaar tikt" was ook niet zo leuk als normaal nu er minder mededingers waren. Voor mijn broer moest je altijd oppassen. Die had de lepe gewoonte om van onder hard tegen je ei aan te tikken als jij nog van bovenaf op die van hem aan het mikken was.
Na de lunch een flinke wandeling door het bos waar gelukkig zo nu en dan een zonnetje scheen. En 's avonds (in plaats van een bordspel met de hele familie) wat tv gekeken met mijn ouders. Toen ik het logeerbed opzocht op zolder en om me heen keek in de grote kamer waar ik de andere lege logeerbedden zag staan voelde ik me een beetje eenzaam. Pasen zonder de rest van de familie is toch best wel kaal. Ik trok de dekens om me heen en draaide me om. Toen viel mijn oog op een pluchen beestje dat waarschijnlijk nog naast het bed lag sinds mijn kleine nichtje hier voor het laatst geslapen had. Ik pakte het op en herkende het vertrouwde gezichtje. "Kipje!"
Het was Kipje het Kuiken waar ik vroeger als kind al mee speelde. Ze was te groot om in de paastak te hangen dus belandde ze ooit tussen mijn speelgoed. En nu lag ze dus naast me in bed.
Zo had deze Pasen toch nog een vleugje nostalgie gekregen.
woensdag 27 maart 2013
NIET leuk meer
Zondag de hele dag in Noord-Brabant vertoefd met de enneagrammenjongen. Het leek me een goed idee om eens wat meer tijd samen door te brengen en elkaar wat beter te leren kennen. Waarschijnlijk omdat ik er nog niet aan wilde dat we echt alleen maar contact hadden voor de seks.
Ik had er alleen geen rekening mee gehouden dat dat ook kon betekenen dat ik steeds meer op hem af zou knappen.
Waarom? Tja, het zijn de kleine dingen die het doen. Taalgebruik is daar een voorbeeld van. En dan vooral de kleine woordjes. Even een greep uit de dialogen van die dag:
Ik: "Ik ben nog nooit in India geweest."
Hij: "Je bent NOG nooit in India geweest."
Ik: "Oké, ik ben NOG nooit in India geweest. Al denk ik niet dat het daar van zal gaan komen. Er staan andere landen hoger op mijn lijstje.
Hij: "Dat in NU jouw mening."
Ik: "Het is te koud om naar buiten te gaan. Zullen we een bordspel gaan doen?"
Hij: "Laten we gaan schaken."
Ik: "Ik kan niet schaken."
Hij: "Je kan NOG niet schaken."
Ik: "Ik kan het inderdaad ooit eens leren, maar ik denk niet dat ik er veel aan zal vinden aangezien ik niet van strategische spellen houd. Daar ben ik gewoon niet zo goed in."
"Hij: "Daar ben je NOG niet goed in."
Ik beetje boos: "Ik ben gewoon niet zo goed in strategische spellen. Feit. Je hoeft toch niet overal goed in te zijn of alles te leren?"
Hij onverstoord.: "Daar gaat het niet om. Wat ik bedoel is dat jij de hele tijd het woordje "niet" gebruikt. Het universum kent het woord "niet" niet."
Ik verbluft: "......"
Later die avond belandden we onvermijdelijk in bed. Ik gebruik het woord onvermijdelijk vooral omdat we al afgesproken hadden dat ik daar zou blijven slapen en ik geen zin had in een ruzie en uiteindelijk ook niet in de bobbelige bank. Ik nam voor de verandering ook maar eens het initiatief simpelweg omdat het nu mijn beurt was. Maar ik heb er NIET erg veel van genoten. Ik heb daarna ook NIET lekker meer geslapen en ik ben ook NIET van plan om hier nog eens terug te komen.
Maar misschien moet ik maar niet letterlijk tegen hem zeggen: "Ik vind je NIET leuk meer." Aangezien het universum (ofwel het egocentrum) van meneer het woordje NIET niet kent.
Ik had er alleen geen rekening mee gehouden dat dat ook kon betekenen dat ik steeds meer op hem af zou knappen.
Waarom? Tja, het zijn de kleine dingen die het doen. Taalgebruik is daar een voorbeeld van. En dan vooral de kleine woordjes. Even een greep uit de dialogen van die dag:
Ik: "Ik ben nog nooit in India geweest."
Hij: "Je bent NOG nooit in India geweest."
Ik: "Oké, ik ben NOG nooit in India geweest. Al denk ik niet dat het daar van zal gaan komen. Er staan andere landen hoger op mijn lijstje.
Hij: "Dat in NU jouw mening."
Ik: "Het is te koud om naar buiten te gaan. Zullen we een bordspel gaan doen?"
Hij: "Laten we gaan schaken."
Ik: "Ik kan niet schaken."
Hij: "Je kan NOG niet schaken."
Ik: "Ik kan het inderdaad ooit eens leren, maar ik denk niet dat ik er veel aan zal vinden aangezien ik niet van strategische spellen houd. Daar ben ik gewoon niet zo goed in."
"Hij: "Daar ben je NOG niet goed in."
Ik beetje boos: "Ik ben gewoon niet zo goed in strategische spellen. Feit. Je hoeft toch niet overal goed in te zijn of alles te leren?"
Hij onverstoord.: "Daar gaat het niet om. Wat ik bedoel is dat jij de hele tijd het woordje "niet" gebruikt. Het universum kent het woord "niet" niet."
Ik verbluft: "......"
Later die avond belandden we onvermijdelijk in bed. Ik gebruik het woord onvermijdelijk vooral omdat we al afgesproken hadden dat ik daar zou blijven slapen en ik geen zin had in een ruzie en uiteindelijk ook niet in de bobbelige bank. Ik nam voor de verandering ook maar eens het initiatief simpelweg omdat het nu mijn beurt was. Maar ik heb er NIET erg veel van genoten. Ik heb daarna ook NIET lekker meer geslapen en ik ben ook NIET van plan om hier nog eens terug te komen.
Maar misschien moet ik maar niet letterlijk tegen hem zeggen: "Ik vind je NIET leuk meer." Aangezien het universum (ofwel het egocentrum) van meneer het woordje NIET niet kent.
woensdag 20 maart 2013
Lentekriebels
O meneer de weerman,
wanneer mag ik weer
mijn luchtige zomerjurkje aan?
en een zoele lentebries
door mijn haar voelen gaan?
zondag 17 maart 2013
Engelse thee en vrouwelijke truttigheid
Van de week werd mij de vraag gesteld of Jasper en ik nu een relatie hebben of dat we "friends with benefits"zijn. Ik wist hier werkelijk het antwoord niet op te geven. En zoals vrouwen gewoon zijn te doen besloot ik dit geval van twijfel te bespreken met mijn beste vriendin onder het genot van enkele koppen thee.
We zaten bij Kensington, een heel klein en gezellig tentje in het centrum van Den Haag. De eigenaar is een ongelofelijk lieve gayman die ieder hoekje van zijn theehuis heeft gevuld met oude kandelaars en verzamelde theepotten. Een enorm schilderij van Lady Di pronkt aan de ene muur (de schilderes was een dierbare vriendin van hem en onlangs overleden waardoor het werk voor hem nu een memoriam is voor twee geweldige vrouwen) en aan de andere muur een geweldige foto van Annie Lennox, zijn andere inspiratiebron. Als servies roze kopjes en porseleinen schoteltjes met beschilderde bloemen en een gouden randje, zoals je ze alleen nog kan vinden bij de kringloopwinkel. De taart was zelfgemaakt en nog warm van de oven. De liefde was te proeven bij iedere hap. Zelden heb ik zo genoten van vrouwelijke truttigheid. En omdat de eigenaar alleen Engels spreekt konden we ongestoord onze privégesprekken voeren.
"Hoe vaak hebben jullie elkaar al gezien dan?"
"Pas drie keer, maar we bellen ontzettend vaak."
"Dat klinkt wel als een beginnende relatie. Maar wat vind je er zelf van?"
"Ik weet het niet. Het is zo'n schemerfase. Vroeger vroeg je elkaar gewoon verkering en dan zei je ja of nee. Dat was duidelijker."
"En wat zegt je gevoel?"
Ik was even stil en dacht na terwijl ik een hap nam van de warme perentaart met verse room.
"Ik geloof niet dat ik verliefd op hem ben en ik denk ook niet dat ik dat ga worden."
"Oké. Maar je voelt je wel tot hem aangetrokken?"
"Dat weet ik ook niet. Ik vind hem niet echt lichamelijk aantrekkelijk, nee. Maar omdat ik weet wat hij met zijn aanrakingen voor elkaar kan krijgen verlang ik wel naar het fysieke contact."
"Mis je hem als je niet bij hem bent?"
"Nee, eigenlijk niet. Maar soms word ik wel geil bij het idee wat hij met me zou doen als ik weer bij hem zou zijn."
Merel vulde haar kopje bij met heet water uit de charmante theepot. Een ontsnapt strookje teer zonlicht scheen over haar blonde haar.
"Dus je houdt van de seks met hem en de telefoongesprekken?"
"Nou, eigenlijk alleen van de seks. Want het enige leuke aan die telefoongesprekken vind ik het luisteren naar zijn lage rustgevende stem."
Ze keek me aan met één opgetrokken wenkbrauw en een lachje krulde haar brede lippen.
"Jeetje, Lau. Je wil hem alleen maar voor de seks."
Ik moest een beetje giechelen toen de eigenaar net op dat moment kwam vragen of alles naar onze zin was. Nadat we hem uitgebreid gecomplimenteerd hadden over de verrukkelijke "pie" pakte ik mijn servet en veegde mijn mond af.
"Ik heb dus een friend with benefits."
"Nee schat, je hebt gewoon een seksscharrel."
We zaten bij Kensington, een heel klein en gezellig tentje in het centrum van Den Haag. De eigenaar is een ongelofelijk lieve gayman die ieder hoekje van zijn theehuis heeft gevuld met oude kandelaars en verzamelde theepotten. Een enorm schilderij van Lady Di pronkt aan de ene muur (de schilderes was een dierbare vriendin van hem en onlangs overleden waardoor het werk voor hem nu een memoriam is voor twee geweldige vrouwen) en aan de andere muur een geweldige foto van Annie Lennox, zijn andere inspiratiebron. Als servies roze kopjes en porseleinen schoteltjes met beschilderde bloemen en een gouden randje, zoals je ze alleen nog kan vinden bij de kringloopwinkel. De taart was zelfgemaakt en nog warm van de oven. De liefde was te proeven bij iedere hap. Zelden heb ik zo genoten van vrouwelijke truttigheid. En omdat de eigenaar alleen Engels spreekt konden we ongestoord onze privégesprekken voeren.
"Hoe vaak hebben jullie elkaar al gezien dan?"
"Pas drie keer, maar we bellen ontzettend vaak."
"Dat klinkt wel als een beginnende relatie. Maar wat vind je er zelf van?"
"Ik weet het niet. Het is zo'n schemerfase. Vroeger vroeg je elkaar gewoon verkering en dan zei je ja of nee. Dat was duidelijker."
"En wat zegt je gevoel?"
Ik was even stil en dacht na terwijl ik een hap nam van de warme perentaart met verse room.
"Ik geloof niet dat ik verliefd op hem ben en ik denk ook niet dat ik dat ga worden."
"Oké. Maar je voelt je wel tot hem aangetrokken?"
"Dat weet ik ook niet. Ik vind hem niet echt lichamelijk aantrekkelijk, nee. Maar omdat ik weet wat hij met zijn aanrakingen voor elkaar kan krijgen verlang ik wel naar het fysieke contact."
"Mis je hem als je niet bij hem bent?"
"Nee, eigenlijk niet. Maar soms word ik wel geil bij het idee wat hij met me zou doen als ik weer bij hem zou zijn."
Merel vulde haar kopje bij met heet water uit de charmante theepot. Een ontsnapt strookje teer zonlicht scheen over haar blonde haar.
"Dus je houdt van de seks met hem en de telefoongesprekken?"
"Nou, eigenlijk alleen van de seks. Want het enige leuke aan die telefoongesprekken vind ik het luisteren naar zijn lage rustgevende stem."
Ze keek me aan met één opgetrokken wenkbrauw en een lachje krulde haar brede lippen.
"Jeetje, Lau. Je wil hem alleen maar voor de seks."
Ik moest een beetje giechelen toen de eigenaar net op dat moment kwam vragen of alles naar onze zin was. Nadat we hem uitgebreid gecomplimenteerd hadden over de verrukkelijke "pie" pakte ik mijn servet en veegde mijn mond af.
"Ik heb dus een friend with benefits."
"Nee schat, je hebt gewoon een seksscharrel."
donderdag 14 maart 2013
Mooie foto's van het verlaten Tropicana
Schitterende foto's van het verlaten Tropicana.
Het ligt er zo desolaat bij. Een witte tegeltjeswoestijn met rotsen van netjes gerangschikte centerparcs-stenen.
Ooit weerspiegelde hier het blauwe chloorwater kringelend op het glazen plafond. Echoden tal van kinderstemmen langs de rijen witte tegels en werd er in meisjesbillen geknepen achter de plastic palmen. (over al de aanrandpraktijken in de glijbanen zal ik zwijgen want dat komt de poëzie niet ten goede)
Een vriend van me opperde om er een rave-feest te gaan geven.
Zodra dat plan in werking is gesteld zal ik jullie er een verslag van geven (als ik in de gevangenis wifi heb, tenminste).
http://totallycoolpix.com/2013/03/tropicana-an-abandoned-tropical-indoor-swimming-pool/
Ik kan alleen het site-adres doorgeven en begrijpelijkerwijs geen foto's hier op mijn blog plaatsen. De foto's zijn gemaakt door fotograaf Hans Frankwijk (of Frank Hanswijk, ik weet het niet meer).
Het ligt er zo desolaat bij. Een witte tegeltjeswoestijn met rotsen van netjes gerangschikte centerparcs-stenen.
Ooit weerspiegelde hier het blauwe chloorwater kringelend op het glazen plafond. Echoden tal van kinderstemmen langs de rijen witte tegels en werd er in meisjesbillen geknepen achter de plastic palmen. (over al de aanrandpraktijken in de glijbanen zal ik zwijgen want dat komt de poëzie niet ten goede)
Een vriend van me opperde om er een rave-feest te gaan geven.
Zodra dat plan in werking is gesteld zal ik jullie er een verslag van geven (als ik in de gevangenis wifi heb, tenminste).
http://totallycoolpix.com/2013/03/tropicana-an-abandoned-tropical-indoor-swimming-pool/
Ik kan alleen het site-adres doorgeven en begrijpelijkerwijs geen foto's hier op mijn blog plaatsen. De foto's zijn gemaakt door fotograaf Hans Frankwijk (of Frank Hanswijk, ik weet het niet meer).
woensdag 13 maart 2013
à la Jasper
Jasper, de enneagrammenjongen had onverwacht een dag vrij doordeweeks. Of ik zin had om langs te komen.
Dus zat ik dinsdag in de trein naar Noord-Brabant. Deze keer kreeg ik wel een warme begroeting op het perron. Hij bracht me met de auto naar zijn huis waar hij meteen de keuken in dook om voor me te gaan koken.
"Heb je hulp nodig?"
"Nee, hoor. Ik heb dit al honderd keer eerder gemaakt. Pasta à la Jasper. Ik maak dit altijd voor mijn dates."
"..."
Het was blijkbaar ook niet de bedoeling dat ik in de kleine keuken bleef plakken om te kletsen terwijl hij spaghetti in tweeën brak en in het pannetje water gooide. Ik werd naar buiten gewerkt en stond toen een beetje hulpeloos in de woonkamer. Nou ja, dan ging ik maar snuffelen in zijn boekenkast. Je leert iemand immers pas goed kennen door de boeken die hij leest.
Reisboeken, reisboeken en nog meer reisboeken. Gidsen van de landen waar hij allemaal al was geweest. India, Zuid-Amerika, Vietnam, Thailand en ga zo maar door. Foto's van hem als backpacker in een jungle en met een sjaal om zijn hoofd op een sandboard in de woestijn van Abu Dhabi. Op een paar planken stonden allemaal beeldjes die als souvenir uit tientallen landen waren meegenomen. Ik bekeek net een ketting met aparte blauwe kralen toen hij met een dampende pan de kamer inkwam.
Jasper kwam me wat gestrest over. Ik vroeg me af hoe vaak hij daadwerkelijk voor een meisje kookte. Op mijn bord lag een hoopje witte slierten met een klodder rode saus met gehakt erbovenop. Heel erg lekker, maar niet erg origineel. Pasta à la Jasper. Precies zoals mijn moeder ook de spaghetti bolognese maakt.
Jasper trok een fles rode wijn open en schonk gul in.
"Wilde je me dronken voeren?" vroeg ik met een ondeugende glimlach.
"Dat is bij jou niet nodig." antwoordde hij. Hij probeerde strak te blijven kijken maar dat lukte niet helemaal.
"Waarom heb je zwarte nagellak aan je vinger?" vroeg ik tijdens het eten, verbaasd naar zijn ringvinger starend.
"O, dat vond ik mooi." zei hij raadselachtig.
Tijdens het eten hoorde ik hem uit over de reizen die hij gemaakt had en ik was onder de indruk van de dingen die hij al gezien en meegemaakt heeft.
"Ik verblijf nooit in een hotel, maar in hostels of het liefst bij de inwoners thuis. Juist arme landen en niet toeristische gebieden trekken mij het meest aan. Daar is de cultuur van een land nog puur."
De avond verstreek gemoedelijk. Door de reisverhalen en de wijn raakten we allebei wat meer ontspannen. Ik merkte dat ik mijn nek eindelijk niet meer zo aan zat te spannen als ik gewoon ben te doen als ik in mijn kat-uit-de-boom-kijkhouding zit. Het muurtje van afstandelijkheid dat hij normaal gesproken om zich heen houdt viel ook geleidelijk aan weg en we vonden elkaar halverwege de bank met onze lippen tegen elkaar. Hij zoende me voorzichtig en zacht.
Later op bed, toen hij langzaam en teder mijn kleren uitgepeld had liet hij me naakt op het grote bed liggen wachten. Hij ging even iets halen uit een andere kamer. Wat was hij van plan? Loom, maar ook verwachtingsvol liet ik mijn ledematen over de satijnen lakens glijden.
Toen stond hij naast me. Met een lange pauwenveer in zijn hand.
"Ga op je zij liggen." commandeerde hij zachtjes.
Ik deed wat hij me opdroeg en voelde de zachte veertjes over mijn rug glijden. Het was zo zacht dat ik mijn best moest doen om het echt te voelen. Ik sloot mijn ogen en concentreerde me op de strelingen. Het was zowel spannend als ontspannend en toen hij met de veertjes over mijn billen gleed trok een kleine huivering tussen mijn benen door.
Ik zuchtte vergenoegd. Hij had het hem weer geflikt.
Dus zat ik dinsdag in de trein naar Noord-Brabant. Deze keer kreeg ik wel een warme begroeting op het perron. Hij bracht me met de auto naar zijn huis waar hij meteen de keuken in dook om voor me te gaan koken.
"Heb je hulp nodig?"
"Nee, hoor. Ik heb dit al honderd keer eerder gemaakt. Pasta à la Jasper. Ik maak dit altijd voor mijn dates."
"..."
Het was blijkbaar ook niet de bedoeling dat ik in de kleine keuken bleef plakken om te kletsen terwijl hij spaghetti in tweeën brak en in het pannetje water gooide. Ik werd naar buiten gewerkt en stond toen een beetje hulpeloos in de woonkamer. Nou ja, dan ging ik maar snuffelen in zijn boekenkast. Je leert iemand immers pas goed kennen door de boeken die hij leest.
Reisboeken, reisboeken en nog meer reisboeken. Gidsen van de landen waar hij allemaal al was geweest. India, Zuid-Amerika, Vietnam, Thailand en ga zo maar door. Foto's van hem als backpacker in een jungle en met een sjaal om zijn hoofd op een sandboard in de woestijn van Abu Dhabi. Op een paar planken stonden allemaal beeldjes die als souvenir uit tientallen landen waren meegenomen. Ik bekeek net een ketting met aparte blauwe kralen toen hij met een dampende pan de kamer inkwam.
Jasper kwam me wat gestrest over. Ik vroeg me af hoe vaak hij daadwerkelijk voor een meisje kookte. Op mijn bord lag een hoopje witte slierten met een klodder rode saus met gehakt erbovenop. Heel erg lekker, maar niet erg origineel. Pasta à la Jasper. Precies zoals mijn moeder ook de spaghetti bolognese maakt.
Jasper trok een fles rode wijn open en schonk gul in.
"Wilde je me dronken voeren?" vroeg ik met een ondeugende glimlach.
"Dat is bij jou niet nodig." antwoordde hij. Hij probeerde strak te blijven kijken maar dat lukte niet helemaal.
"Waarom heb je zwarte nagellak aan je vinger?" vroeg ik tijdens het eten, verbaasd naar zijn ringvinger starend.
"O, dat vond ik mooi." zei hij raadselachtig.
Tijdens het eten hoorde ik hem uit over de reizen die hij gemaakt had en ik was onder de indruk van de dingen die hij al gezien en meegemaakt heeft.
"Ik verblijf nooit in een hotel, maar in hostels of het liefst bij de inwoners thuis. Juist arme landen en niet toeristische gebieden trekken mij het meest aan. Daar is de cultuur van een land nog puur."
De avond verstreek gemoedelijk. Door de reisverhalen en de wijn raakten we allebei wat meer ontspannen. Ik merkte dat ik mijn nek eindelijk niet meer zo aan zat te spannen als ik gewoon ben te doen als ik in mijn kat-uit-de-boom-kijkhouding zit. Het muurtje van afstandelijkheid dat hij normaal gesproken om zich heen houdt viel ook geleidelijk aan weg en we vonden elkaar halverwege de bank met onze lippen tegen elkaar. Hij zoende me voorzichtig en zacht.
Later op bed, toen hij langzaam en teder mijn kleren uitgepeld had liet hij me naakt op het grote bed liggen wachten. Hij ging even iets halen uit een andere kamer. Wat was hij van plan? Loom, maar ook verwachtingsvol liet ik mijn ledematen over de satijnen lakens glijden.
Toen stond hij naast me. Met een lange pauwenveer in zijn hand.
"Ga op je zij liggen." commandeerde hij zachtjes.
Ik deed wat hij me opdroeg en voelde de zachte veertjes over mijn rug glijden. Het was zo zacht dat ik mijn best moest doen om het echt te voelen. Ik sloot mijn ogen en concentreerde me op de strelingen. Het was zowel spannend als ontspannend en toen hij met de veertjes over mijn billen gleed trok een kleine huivering tussen mijn benen door.
Ik zuchtte vergenoegd. Hij had het hem weer geflikt.
maandag 11 maart 2013
bedtime story
Dit weekend moest ik veel werken, dus heb ik de enneagrammenjongen afgewimpeld.
"Sorry, ik heb echt geen tijd om met je af te spreken."
"Anders kom je zaterdag na je werk hierheen. Je hoeft zondag toch pas om 12 uur te beginnen?"
"Nee, ik heb mijn rust nodig."
"Zullen we dan zondagavond bellen?"
"Ja dat is goed."
Het weekend werken was hel. De voorjaarskriebels zorgen er bij veel mensen voor dat ze een nieuwe garderobe willen aanschaffen. En begrijpelijk, ik ben mijn winterjas ook flink beu. Maar het is nog even volhouden, de winter is echt nog niet voorbij. Toen ik zondag naar mijn werk fietste zonder handschoenen werd ik daar even pijnlijk aan herinnerd.
Zondagavond voelde ik me compleet afgedraaid en rozig van de warme douche toen ik in bed stapte om tien uur 's avonds. O,ja. Shit. Ik zou Jasper nog bellen.
"Hé schatje, hoe gaat het?"
"Moe." zei ik gapend.
"Geeft niet, dan doe ik het praten wel."
En hij heeft een half uur aan één stuk door gekletst. Over van alles. Zijn werk die week, zijn ouders waar hij langs was geweest enzovoorts. Ik luisterde nauwelijks naar wat hij precies vertelde. ik luisterde vooral naar HOE hij het vertelde. Met zijn diepe warme stem in een golvende melodie. Een rustgevend cadans. Het was alsof iemand een verhaaltje vertelde voor het slapen gaan. Ik heb dan ook niet meer gedag gezegd en de hoorn opgelegd. Ik sliep al.
"Sorry, ik heb echt geen tijd om met je af te spreken."
"Anders kom je zaterdag na je werk hierheen. Je hoeft zondag toch pas om 12 uur te beginnen?"
"Nee, ik heb mijn rust nodig."
"Zullen we dan zondagavond bellen?"
"Ja dat is goed."
Het weekend werken was hel. De voorjaarskriebels zorgen er bij veel mensen voor dat ze een nieuwe garderobe willen aanschaffen. En begrijpelijk, ik ben mijn winterjas ook flink beu. Maar het is nog even volhouden, de winter is echt nog niet voorbij. Toen ik zondag naar mijn werk fietste zonder handschoenen werd ik daar even pijnlijk aan herinnerd.
Zondagavond voelde ik me compleet afgedraaid en rozig van de warme douche toen ik in bed stapte om tien uur 's avonds. O,ja. Shit. Ik zou Jasper nog bellen.
"Hé schatje, hoe gaat het?"
"Moe." zei ik gapend.
"Geeft niet, dan doe ik het praten wel."
En hij heeft een half uur aan één stuk door gekletst. Over van alles. Zijn werk die week, zijn ouders waar hij langs was geweest enzovoorts. Ik luisterde nauwelijks naar wat hij precies vertelde. ik luisterde vooral naar HOE hij het vertelde. Met zijn diepe warme stem in een golvende melodie. Een rustgevend cadans. Het was alsof iemand een verhaaltje vertelde voor het slapen gaan. Ik heb dan ook niet meer gedag gezegd en de hoorn opgelegd. Ik sliep al.
dinsdag 5 maart 2013
Grand Tour Rotterdam
(Alleen de eerste foto is van mijzelf. En dit inspireert me meteen om eens wat vaker foto's te maken tijdens mijn wandelingen. Vooral nu het zonnetje weer schijnt.)
bron: Laura Livelle
Station in aanbouw
bron: youropi.com
Westersingel
bron: commons.wikimedia.org
bron:2emw.nl
café/restaurant Sijf. Oude Binnenweg
bron: rotterdamistop.nl
Veerhaven
bron:commons.wikimedia.org
Veerhaven
bron: straatkaart.nl
bron: members.virtualtourists.com
Westelijk handelsterrein
bron: wikipedia.org
Euromastpark
bron: flickr.com. By Linda Stienstra
maandag 4 maart 2013
Doorzichtige bedoelingen
Zaterdag kwam Jasper, de enneagrammenjongen naar mij toe. Ik was die dag vrij en ik ben hem op gaan halen van het centraal station in Rotterdam. Hij keek zijn ogen uit naar de architecturale veranderingen. Hij was al jaren niet meer in Rotterdam geweest en het vernieuwde (nog steeds in aanbouw zijnde) stationsgebouw maakte behoorlijk indruk. Net als de hoge glazen torens die je meteen ziet als je het station uitloopt. "Wow, wat is er veel gebouwd hier de afgelopen jaren!"
Ik leidde hem naar de Westersingel, een door groen gras omzoomde sliert water die helemaal doorloopt tot de dijk aan de Maas. Een favoriet wandelstuk van mij vanwege de bomen, het water en de koperen beelden die op de vrolijk roze bakstenen boulevard tentoongesteld staan. Ik was van plan om hem het moois van mijn stad te laten zien en wilde na de Westersingel naar rechts langs de Maas flaneren en doorlopen via de Veerhaven om langs de statige gebouwen door te wandelen naar het Euromastpark. Daarna misschien naar het museum of anders een vorkje gaan prikken op het Westelijk Handelsterrein. Maar toenwe net op weg waren gaf hij aan honger te hebben. Prima, dan strijken we even neer bij café Sijf. Eén van de weinige café's in Jugendstill die de oorlog overleefd hebben.
"Hier achter ligt toch het winkelgebied?" vroeg hij me.
"Ja, dat klopt. Wilde je daar heen dan?"
"Ja, ik wil de Koopgoot weer eens zien."
"Oh, oké."
Dus in plaats van de Grand Tour gingen we winkelen.
Hij snuffelde in kledingrekken en vroeg of ik voor hem een mooi overhemd wilde uitzoeken. Jasper paste het ene na het andere overhemd en streek met zijn hand wat over jassen heen. Maar ik verveelde me. Nu stond ik op mijn vrije dag nog steeds kleding uit te zoeken voor een ander. Ik had me ingesteld op een lange wandeling langs het groen, niet op geslenter over de tegels. Maar goed, waarschijnlijk had hij zich juist verheugd op een dagje shoppen in Rotterdam, dus ik hield mijn mond en zette mijn glimlach op. Na de kledingtocht wist ik hem mee te krijgen naar de boekhandel waar hij algauw verdiept stond in een boek over NLP. Terwijl ik mijn eigen weg ging langs de boekenrekken bekeek ik hem eens van een afstand. Ik vroeg mij af of ik op hem zou vallen als ik hem nog niet zou kennen en hem nu tijdens het winkelen tegen zou komen. Een beetje teleurgesteld moest ik bekennen van niet. Zijn iele, beetje sullige houding maakte geen gevoelens bij me los. Ik zou gewoon langs hem heenlopen. In plaats daarvan liep ik nu naar hem toe om te vragen of hij klaar was en we ergens anders heen konden gaan.
We gingen uit eten in de stad en namen daarna de bus naar mijn huis.
"Ik heb mijn lievelingsfilm meegenomen." zei hij triomfantelijk.
"Ah, de film die de mijne heeft overwonnen."
"Zullen we hem gaan kijken?"
"Ja is goed. Alleen zit die bank niet echt relaxt met zijn tweeën."
"Dan gaan we toch op jouw bed kijken."
"Euh, oké." en ik zette mijn tv op een tafeltje achter het bed.
"Nee, niet zo. Zet hem naast het bed."
Hij plaatste het scherm zo dat we zijdelings liggend op bed tv moesten kijken. We installeerden ons comfortabel met kussens en ik drukte op play. Zijn lievelingsfilm heette "Cruel intentions." en ik kende hem nog niet.
"Hé, dit is gewoon een moderne versie van Dangerous Liaisons!" riep ik al snel.
"O?"
Ik legde uit dat de film Dangerous Liaisons met Glenn Close en John Malkovich gebaseerd was op het boek Les liaisons dangereuses van Choderlos de Laclos. Een fascinerend boek dat opgebouwd is uit een briefcorrespondentie tussen een graaf en een markiezin die verschillende jonge mensen verleiden en in het verderf lokken voor eigen plezier en kleine onderlinge weddenschappen.
Hij spoelde een stukje van de film terug omdat ik door mijn enthousiaste gekwebbel over het originele verhaal niet naar zijn film had gekeken.
De film was dus een snelle en oppervlakkige versie van mijn geliefde verhaal en speelde zich af op een high-school. Jasper kende alle zinnen uit zijn hoofd en fluisterde de oneliners van de hoofdpersonen mee. Het was misschien erotisch bedoeld, maar dat effect bereikte hij er niet mee. Weet je dan niet hoe irritant het is als je een film aan het kijken bent en de persoon naast je zit alles mee te fluisteren?
Hoe meer de film vorderde des te vaker voelde ik zijn vingers over mijn rug en zij fladderen. Op een gegeven moment lette ik helemaal niet meer op het voorspelbare einde van de film, maar op zijn zachte aanrakingen die weer professioneel opgebouwd werden. Hij had het weer voor elkaar, hoor. Het maakte niet meer uit hoe irritant ik hem vandaag vond. Ik wilde op deze manier aangeraakt worden en dat was nu nog het enige dat telde.
woensdag 27 februari 2013
dinsdag 26 februari 2013
Bibbers in de bergen
Afgelopen week heb ik wat afstand gehouden van de enneagrammenjongen. Niet dat ik niet vaak terug moest denken met kriebels in mijn euh.. buik aan die aparte avond vorige week, maar ik weet nog steeds niet helemaal wat ik van hem moet denken. Ik besloot de boel even te laten rusten en mijn tijd en energie aan mijn studie en vrienden te besteden.
Geen slechte keus, want afgelopen weekend ben ik met mijn oude vriendengroep redelijk onverwacht voor een weekendje naar de Ardennen afgezakt. De harde kern van de groep kent elkaar nog van de middelbare school waar we geweldige herinneringen aan delen. De rest van de groep is de aanhang die er de jaren erop bij is gegroeid. Jarenlang hebben we het volgehouden om in de krokusvakantie naar de Ardennen te gaan. Maar de laatste twee jaar was de slop erin gekomen. Ongetwijfeld doordat een groot gedeelte kindjes heeft gekregen en in een heel drukke fase in het leven is aangekomen. Twee weken geleden kreeg iedereen opeens een mailtje van één van ons: "Ik weet dat het wat laat dag is, maar we hebben een huisje gereserveerd in de Ardennen en er is plek voor nog meer personen, dus wie zin heeft om mee te gaan...."
De animo bleek zo groot te zijn dat we uiteindelijk met zijn achten afreisden naar Stavelot.
Het huisje was piepklein en de twee jongens van meer dan 1m80 aan lengte konden alleen in de woonkamer tussen de balken rechtop staan. Voordeel was dat de ruimte dankzij de open haard in no time lekker warm was en we de koude wereld konden buitensluiten. Het hele weekend hebben we als vanouds bordspellen gespeeld met bier en chips bij de hand. 's Middags flinke boswandelingen gemaakt door de sneeuw om daarna gezamenlijk op te warmen in de sauna en dan rozig op de bank horrorfilms te kijken tot diep in de nacht. Het was een heerlijk weekend en ik voelde me weer helemaal opgeladen.
Alleen toen we zondagavond naar huis reden raakten we door een omleiding vast te zitten op een steile heuvel in de sneeuw. Voor ons was de weg bezaaid met slipsporen en er lag een auto in de greppel. De bestuurder werd geholpen door boerderijbewoners. Wij durfden niet langs hen naar beneden te rijden. Bang dat we ook zouden slippen. Onverschrokken Belgen passeerden ons wel. Minder bang in de besneeuwde bergen dan wij Hollandse polderfiguren. Maar zij bleken overmoedig en botsten in slow motion op de gegreppelde auto. Alle twee. Na getuige te zijn geweest van deze kettingbotsing overlegden we met de rest van de groep vrienden in auto twee en we besloten om te keren en terug te rijden naar het huisje. Stapvoets glibberden we de andere kant van de berg weer terug. Opgelucht zagen we de rotonde die ons naar de omleiding had gestuurd. Daarachter was de weg beter begaanbaar wisten we. We hielden even halt om op auto twee te wachten. Maar die kwam maar niet.
De schrik zat erin. Ze waren toch niet verongelukt? Verschillende auto's passeerden ons maar geen van hen had een geel nummerbord. De telefoons hadden geen bereik. Het sneeuwde te hard om te voet terug te lopen. We konden niet anders dan wachten. We reden maar door tot het huisje omdat dat het afgesproken punt was. Misschien hadden ze een andere route genomen. Niets. Wel hadden we weer bereik op onze mobiele telefoons.
Na veel gezenuw en vruchteloos gebel werd dan eindelijk een telefoon opgenomen. De vriendin in auto twee die opnam vertelde ons dat ze vast waren komen zitten en dat een Fransoos hen had geholpen. Die had hen aangeraden om de route naar Trois Ponts te nemen. We keken op de kaart. Ze zaten een stuk noorderlijker dan wij, maar godzijdank was alles verder goed. We gingen ieder ons weegs en bleven mobiel contact houden tot we veilig op de snelweg naar Luik zaten.
Ik kwam pas midden in de nacht weer thuis, maar kon de slaap niet meer vatten door alle adrenaline door nog door mijn lijf gierde. Brrr wat een avontuur was dat. Daar waren die horrorfilms niets bij. Dit was echt.
Geen slechte keus, want afgelopen weekend ben ik met mijn oude vriendengroep redelijk onverwacht voor een weekendje naar de Ardennen afgezakt. De harde kern van de groep kent elkaar nog van de middelbare school waar we geweldige herinneringen aan delen. De rest van de groep is de aanhang die er de jaren erop bij is gegroeid. Jarenlang hebben we het volgehouden om in de krokusvakantie naar de Ardennen te gaan. Maar de laatste twee jaar was de slop erin gekomen. Ongetwijfeld doordat een groot gedeelte kindjes heeft gekregen en in een heel drukke fase in het leven is aangekomen. Twee weken geleden kreeg iedereen opeens een mailtje van één van ons: "Ik weet dat het wat laat dag is, maar we hebben een huisje gereserveerd in de Ardennen en er is plek voor nog meer personen, dus wie zin heeft om mee te gaan...."
De animo bleek zo groot te zijn dat we uiteindelijk met zijn achten afreisden naar Stavelot.
Het huisje was piepklein en de twee jongens van meer dan 1m80 aan lengte konden alleen in de woonkamer tussen de balken rechtop staan. Voordeel was dat de ruimte dankzij de open haard in no time lekker warm was en we de koude wereld konden buitensluiten. Het hele weekend hebben we als vanouds bordspellen gespeeld met bier en chips bij de hand. 's Middags flinke boswandelingen gemaakt door de sneeuw om daarna gezamenlijk op te warmen in de sauna en dan rozig op de bank horrorfilms te kijken tot diep in de nacht. Het was een heerlijk weekend en ik voelde me weer helemaal opgeladen.
Alleen toen we zondagavond naar huis reden raakten we door een omleiding vast te zitten op een steile heuvel in de sneeuw. Voor ons was de weg bezaaid met slipsporen en er lag een auto in de greppel. De bestuurder werd geholpen door boerderijbewoners. Wij durfden niet langs hen naar beneden te rijden. Bang dat we ook zouden slippen. Onverschrokken Belgen passeerden ons wel. Minder bang in de besneeuwde bergen dan wij Hollandse polderfiguren. Maar zij bleken overmoedig en botsten in slow motion op de gegreppelde auto. Alle twee. Na getuige te zijn geweest van deze kettingbotsing overlegden we met de rest van de groep vrienden in auto twee en we besloten om te keren en terug te rijden naar het huisje. Stapvoets glibberden we de andere kant van de berg weer terug. Opgelucht zagen we de rotonde die ons naar de omleiding had gestuurd. Daarachter was de weg beter begaanbaar wisten we. We hielden even halt om op auto twee te wachten. Maar die kwam maar niet.
De schrik zat erin. Ze waren toch niet verongelukt? Verschillende auto's passeerden ons maar geen van hen had een geel nummerbord. De telefoons hadden geen bereik. Het sneeuwde te hard om te voet terug te lopen. We konden niet anders dan wachten. We reden maar door tot het huisje omdat dat het afgesproken punt was. Misschien hadden ze een andere route genomen. Niets. Wel hadden we weer bereik op onze mobiele telefoons.
Na veel gezenuw en vruchteloos gebel werd dan eindelijk een telefoon opgenomen. De vriendin in auto twee die opnam vertelde ons dat ze vast waren komen zitten en dat een Fransoos hen had geholpen. Die had hen aangeraden om de route naar Trois Ponts te nemen. We keken op de kaart. Ze zaten een stuk noorderlijker dan wij, maar godzijdank was alles verder goed. We gingen ieder ons weegs en bleven mobiel contact houden tot we veilig op de snelweg naar Luik zaten.
Ik kwam pas midden in de nacht weer thuis, maar kon de slaap niet meer vatten door alle adrenaline door nog door mijn lijf gierde. Brrr wat een avontuur was dat. Daar waren die horrorfilms niets bij. Dit was echt.
maandag 18 februari 2013
Tantra
Het vervolg:
Hij keek me ondeugend aan na die knipoog. "Had jij ergens anders zin in, dan tv kijken?" vroeg hij quasi onschuldig.
"Nee, hoor. Tv kijken is prima. Maar ik denk wel dat ik zo naar huis ga, want ik begin een beetje moe te worden."
"We kunnen ook iets ontspannends gaan doen, als je moe wordt." Doordringende doch guitige blik.
"Euh, zoals slapen?" Ik keek naar de bank om te zien of die een beetje beslaapbaar was. Of zou ik toch voor de taxi en de nachttrein gaan?
"Slapen kan je altijd nog doen." antwoordde hij.
Ja hoor, nu gaat hij toch nog aansturen op seks. Het zou ook niet.
"Mediteren voor je gaat slapen is heel erg heilzaam."
"..Mediteren??"
"Ik beloof je dat je daardoor als een roosje zult slapen straks. Ook op deze bobbelige bank."
Niet veel later zat ik met gekruiste benen op de vloer. Ogen dicht. Hij had beloofd me te begeleiden in het mediteren.
"Rustig maar. Ik zal je met geen vinger aanraken."
"..."
"Adem nu diep in naar je buik."
"Adem door je mond weer uit en in via de neus."
"hhhh.............pffffff."
"Goed zo. Concentreer je op de energie in je buik."
"..."
"Voel je het?"
"Uhu."
"Laat die energie nu naar je benen gaan."
Ik liet met mijn ogen half dicht de energie uit mijn buik ook naar mijn benen stromen. Tussen mijn oogleden door zag ik dat hij zijn handen boven mijn benen liet zweven alsof hij mijn energie wilde begeleiden. En ik leek inderdaad daar meer warmte te voelen waar hij met zijn handen overheen zweefde.
"Nu weer terug naar je buik."
Hij ging achter me zitten.
"Laat die energie nu naar je romp stromen en dan door naar je armen."
Doordat hij nu achter me zat kon ik niet zien wat hij deed, maar ik had het idee dat hij weer met zijn handen de af te leggen route over mijn lichaam volgde. Op vijf centimeter afstand van mijn huid.
"Laat de energie door iedere vinger gaan."
Zijn vingers volgden mijn vingers en het leek wel of ik de fijne vibraties kon voelen. Ik voelde zijn adem in mijn nek en de warmte van zijn lichaam achter mijn rug. Hij was heel dichtbij nu. Maar hij raakte me nog steeds niet aan.
"Nu terug naar je borst en dan naar je hoofd. Volg de weg helemaal tot aan je kruin. Stel je voor dat er een touwtje van je kruin naar boven loopt. Trek aan dat touwtje."
Mijn nek strekte zich een beetje uit.
"Laat dat touwtje nu van je kruin tot aan je stuitje lopen. Niet schrikken. Ik ga je nu aanraken."
En hij liet een vinger stevig van mijn kruin tot over mijn ruggenwervel langzaam naar beneden lopen. Toen hij bij mijn stuitje aankwam leek er wel een ontploffing in mijn lichaam af te gaan. Een warm gevoel trok door me heen. Even was ik bang dat ik in mijn broek geplast had. Wat bizar om zo de controle over je eigen lichaam kwijt te zijn terwijl je je er juist zo op focust.
"Zo. En hoe voelt dat nou?"
Hij stond op en keek op me neer van een gepaste afstand.
"Tering."
Grijns op zijn muizengezicht.
"Lekker, hè. Geniet nog maar even na. Ik ga dekens voor je halen."
Niet lang daarna lag ik onder een warm dekbed op de bobbelige bank. En ik sliep zoals ik in jaren niet meer geslapen heb.
Hij keek me ondeugend aan na die knipoog. "Had jij ergens anders zin in, dan tv kijken?" vroeg hij quasi onschuldig.
"Nee, hoor. Tv kijken is prima. Maar ik denk wel dat ik zo naar huis ga, want ik begin een beetje moe te worden."
"We kunnen ook iets ontspannends gaan doen, als je moe wordt." Doordringende doch guitige blik.
"Euh, zoals slapen?" Ik keek naar de bank om te zien of die een beetje beslaapbaar was. Of zou ik toch voor de taxi en de nachttrein gaan?
"Slapen kan je altijd nog doen." antwoordde hij.
Ja hoor, nu gaat hij toch nog aansturen op seks. Het zou ook niet.
"Mediteren voor je gaat slapen is heel erg heilzaam."
"..Mediteren??"
"Ik beloof je dat je daardoor als een roosje zult slapen straks. Ook op deze bobbelige bank."
Niet veel later zat ik met gekruiste benen op de vloer. Ogen dicht. Hij had beloofd me te begeleiden in het mediteren.
"Rustig maar. Ik zal je met geen vinger aanraken."
"..."
"Adem nu diep in naar je buik."
"Adem door je mond weer uit en in via de neus."
"hhhh.............pffffff."
"Goed zo. Concentreer je op de energie in je buik."
"..."
"Voel je het?"
"Uhu."
"Laat die energie nu naar je benen gaan."
Ik liet met mijn ogen half dicht de energie uit mijn buik ook naar mijn benen stromen. Tussen mijn oogleden door zag ik dat hij zijn handen boven mijn benen liet zweven alsof hij mijn energie wilde begeleiden. En ik leek inderdaad daar meer warmte te voelen waar hij met zijn handen overheen zweefde.
"Nu weer terug naar je buik."
Hij ging achter me zitten.
"Laat die energie nu naar je romp stromen en dan door naar je armen."
Doordat hij nu achter me zat kon ik niet zien wat hij deed, maar ik had het idee dat hij weer met zijn handen de af te leggen route over mijn lichaam volgde. Op vijf centimeter afstand van mijn huid.
"Laat de energie door iedere vinger gaan."
Zijn vingers volgden mijn vingers en het leek wel of ik de fijne vibraties kon voelen. Ik voelde zijn adem in mijn nek en de warmte van zijn lichaam achter mijn rug. Hij was heel dichtbij nu. Maar hij raakte me nog steeds niet aan.
"Nu terug naar je borst en dan naar je hoofd. Volg de weg helemaal tot aan je kruin. Stel je voor dat er een touwtje van je kruin naar boven loopt. Trek aan dat touwtje."
Mijn nek strekte zich een beetje uit.
"Laat dat touwtje nu van je kruin tot aan je stuitje lopen. Niet schrikken. Ik ga je nu aanraken."
En hij liet een vinger stevig van mijn kruin tot over mijn ruggenwervel langzaam naar beneden lopen. Toen hij bij mijn stuitje aankwam leek er wel een ontploffing in mijn lichaam af te gaan. Een warm gevoel trok door me heen. Even was ik bang dat ik in mijn broek geplast had. Wat bizar om zo de controle over je eigen lichaam kwijt te zijn terwijl je je er juist zo op focust.
"Zo. En hoe voelt dat nou?"
Hij stond op en keek op me neer van een gepaste afstand.
"Tering."
Grijns op zijn muizengezicht.
"Lekker, hè. Geniet nog maar even na. Ik ga dekens voor je halen."
Niet lang daarna lag ik onder een warm dekbed op de bobbelige bank. En ik sliep zoals ik in jaren niet meer geslapen heb.
zondag 17 februari 2013
Wie is de muis?
Daar stond ik dan. Zaterdagavond op een winderig station ergens in Noord-Brabant. Ik keek om me heen. De enneagrammenjongen zou me hier komen ophalen. Er was niemand die enthousiast op me afstapte. Toen de meeste mensen van het perron afgelopen waren bleek dat er toch iemand naast me was gaan staan. Hij was kleiner dan ik me had voorgesteld en erg dun. Maar naast dat, leek hij ook qua energie nauwelijks ruimte in te nemen. Een doorsnee onopvallende jongen.
Hij begroette me wat nonchalant. We liepen richting het centrum. Onderweg vroeg hij me wel of ik een goede reis had gehad maar bleef verder zwijgen tot we bij het restaurant waren waar we uit eten zouden gaan. Ook tijdens het eten was hij veel stiller dan ik van hem gewend was. Aan de telefoon had hij altijd zoveel te vertellen. Waarom lukte dat nu dan niet? Hij leek er ook niet echt moeite voor te doen. Zelf was ik moe van de lange werkdag en de treinreis. Ik had honger en voelde een chagrijnige bui opkomen. Wellicht ook door de teleurstelling. Ik at me door de date heen.
Pas toen ik later op de avond besloot om me niets van de humeurige zwijgzaamheid van mijn tafelgenoot aan te trekken en ik op mijn eigen manier als een kip zonder kop begon te ketsen, kwam hij wat losser. De plagende uitspraken die me weken geleden op internet wisten te triggeren kwamen eindelijk weer een beetje aan de oppervlakte. Maar ik had het gevoel dat ik ervoor moest werken.
Toen we laat op de avond met een zoveelste wijntje aan de bar hingen, raakte hij per ongeluk mijn arm aan en ik voelde opeens aantrekkingskracht opwellen. Was het de wijn? Was het omdat het me allemaal niet veel meer kon schelen? Was hij me dan toch aan het versieren en manipuleren zonder dat ik het door had? In ieder geval kreeg hij me uiteindelijk zover dat ik met hem mee naar huis ging in plaats van naar het station.
De meeste mannen kennende, verwachte ik dat hij nu zou denken dat ik met hem zou gaan slapen. Maar dat was ik nog helemaal niet van plan en ik zette me schrap om hem dit duidelijk te laten merken. Maar dat was niet nodig. Hij maakte totaal geen avances. De tv ging aan want hij wilde zijn favoriete serie absoluut niet missen en hij ging aan de andere kant van de bank zitten. Toch was de sfeer nu knus en gezellig. We keken de tv-serie, maakten wat opmerkingen erover en dronken nog maar een wijn. Eigenlijk zou ik dik tevreden moeten zijn. Maar dat was ik niet. Er knaagde iets.
Ik was dit niet gewend. Normaal gesproken beginnen nerds te stotteren en sukkels te blozen als ik alleen al naast ze sta. Nu zat ik naast een doorsnee jongen op de bank, 's avonds laat, allang na bedtijd, met flink wat wijn achter de kiezen en er leek niets te gaan gebeuren. Mijn systeem raakte in de war.
Toen ik terugkwam van het toiletbezoek ging ik expres wat dichter naast hem op de bank zitten. Maar hij bleef stoïcijns tv kijken. Ik probeerde zijn aandacht te vangen met vleierij: "Weet je, je hebt best mooie ogen." Maar de opmerking werd koel ontvangen. Ik staarde perplex naar de ruimte voor me. Net op het punt dat ik er de brui aan wilde geven en een taxi wilde gaan bellen kreeg ik een onverwachts kneepje in mijn zij. Ik draaide mijn hoofd abrupt naar hem om en hij gaf me een ondeugende knipoog. Verdorie. Hij zat me te teasen. En het werkte. Ik stond stijf van de verwachtingen, mijn hele lichaam in de startblokken en net op het moment dat ik wilde opgeven kreeg ik een kneepje die zoveel opgekropte spanning in mijn lichaam losmaakte dat ik er bijna van zat te sidderen. Damn. Hij zit de boel net zolang te rekken totdat ik hier de hele boel bij elkaar zit te soppen. Meneer onopvallend muizengezicht is een player eerste klas.
Wordt vervolgd.
Hij begroette me wat nonchalant. We liepen richting het centrum. Onderweg vroeg hij me wel of ik een goede reis had gehad maar bleef verder zwijgen tot we bij het restaurant waren waar we uit eten zouden gaan. Ook tijdens het eten was hij veel stiller dan ik van hem gewend was. Aan de telefoon had hij altijd zoveel te vertellen. Waarom lukte dat nu dan niet? Hij leek er ook niet echt moeite voor te doen. Zelf was ik moe van de lange werkdag en de treinreis. Ik had honger en voelde een chagrijnige bui opkomen. Wellicht ook door de teleurstelling. Ik at me door de date heen.
Pas toen ik later op de avond besloot om me niets van de humeurige zwijgzaamheid van mijn tafelgenoot aan te trekken en ik op mijn eigen manier als een kip zonder kop begon te ketsen, kwam hij wat losser. De plagende uitspraken die me weken geleden op internet wisten te triggeren kwamen eindelijk weer een beetje aan de oppervlakte. Maar ik had het gevoel dat ik ervoor moest werken.
Toen we laat op de avond met een zoveelste wijntje aan de bar hingen, raakte hij per ongeluk mijn arm aan en ik voelde opeens aantrekkingskracht opwellen. Was het de wijn? Was het omdat het me allemaal niet veel meer kon schelen? Was hij me dan toch aan het versieren en manipuleren zonder dat ik het door had? In ieder geval kreeg hij me uiteindelijk zover dat ik met hem mee naar huis ging in plaats van naar het station.
De meeste mannen kennende, verwachte ik dat hij nu zou denken dat ik met hem zou gaan slapen. Maar dat was ik nog helemaal niet van plan en ik zette me schrap om hem dit duidelijk te laten merken. Maar dat was niet nodig. Hij maakte totaal geen avances. De tv ging aan want hij wilde zijn favoriete serie absoluut niet missen en hij ging aan de andere kant van de bank zitten. Toch was de sfeer nu knus en gezellig. We keken de tv-serie, maakten wat opmerkingen erover en dronken nog maar een wijn. Eigenlijk zou ik dik tevreden moeten zijn. Maar dat was ik niet. Er knaagde iets.
Ik was dit niet gewend. Normaal gesproken beginnen nerds te stotteren en sukkels te blozen als ik alleen al naast ze sta. Nu zat ik naast een doorsnee jongen op de bank, 's avonds laat, allang na bedtijd, met flink wat wijn achter de kiezen en er leek niets te gaan gebeuren. Mijn systeem raakte in de war.
Toen ik terugkwam van het toiletbezoek ging ik expres wat dichter naast hem op de bank zitten. Maar hij bleef stoïcijns tv kijken. Ik probeerde zijn aandacht te vangen met vleierij: "Weet je, je hebt best mooie ogen." Maar de opmerking werd koel ontvangen. Ik staarde perplex naar de ruimte voor me. Net op het punt dat ik er de brui aan wilde geven en een taxi wilde gaan bellen kreeg ik een onverwachts kneepje in mijn zij. Ik draaide mijn hoofd abrupt naar hem om en hij gaf me een ondeugende knipoog. Verdorie. Hij zat me te teasen. En het werkte. Ik stond stijf van de verwachtingen, mijn hele lichaam in de startblokken en net op het moment dat ik wilde opgeven kreeg ik een kneepje die zoveel opgekropte spanning in mijn lichaam losmaakte dat ik er bijna van zat te sidderen. Damn. Hij zit de boel net zolang te rekken totdat ik hier de hele boel bij elkaar zit te soppen. Meneer onopvallend muizengezicht is een player eerste klas.
Wordt vervolgd.
woensdag 13 februari 2013
Labiele vrouwen en huilende mannen
De enneagrammenjongen begint een beetje ongeduldig te worden. Doordat mijn pc me op dit moment vooral frustreert bekijk ik mijn mail op de universiteit en log ik niet in op de datingsite. Mijn mobiel liet al een paar keer weten dat hij me vergeefs heeft geprobeerd te bellen. Ach, ik was met andere dingen bezig.
Gisteravond was ik wat rusteloos en meer uit verveling belde ik hem maar eens terug. Het was een leuk gesprek maar ook een beetje apart.
"Geniet je van je macht over mij?" vroeg hij op een gegeven moment.
"Huh? Hoe bedoel je dat?"
"Jij bent degene die nu aan de touwtjes trekt. Ik kan jou niet bereiken en ben afhankelijk van de schaarse momenten dat je contact met mij opzoekt."
"Je gaat mij toch zeker niet proberen wijs te maken dat je smachtend bij de telefoon zit te wachten al die tijd?"
"Nou.."
Ja dag, ik weet dat hij een player is die spelletjes speelt. Maar toch maakt hij me een beetje onzeker. Houd ik hem aan het lijntje?
"Het is toch ook onmacht dat ik nu niet urenlang met je kan chatten."
"Ja, is zo. Maar jij hebt eerst een hele week naar mij kunnen kijken omdat ik de webcam voor je aan liet staan terwijl jij niet eens een webcam hebt. Toen was het ook al meer nemen dan geven wat je deed."
"O. Vind je?"
"Ja. Misschien moet je een webcam kopen als je pc straks gerepareerd is. Die dingen zijn helemaal niet duur."
"Jij zit me nu iets aan te praten wat ik helemaal niet wil. Ik koop geen webcam. Punt. En als jij het niet eerlijk vind dat ik jou wel kan zien, moet je die van jou gewoon niet aanzetten. Het is je eigen keus, hoor."
Na deze hobbel in de weg werd het gesprek weer wat aangenamer en hadden we het over de gekke dingen die hij zoal op zijn werk meemaakt. Hij is verpleger op een speciale afdeling voor geestelijk gehandicapten en weet daar smeuïge anekdotes over te vertellen.
"Handig hoor, dat je door je psychologie opleiding weet hoe je met de labielere mens moet omgaan."
"Ja, vooral handig in de omgang met vrouwen."
"Tss. Alsof alle vrouwen per definitie labiel zijn."
"Nee. Maar wel geestesziek."
"Hahaha."
"Alle gekheid op een stokje. Jullie zijn over het algemeen wel makkelijk te manipuleren."
"Vind je?"
"Ja. Jullie zijn zoo goedgelovig altijd."
"Niet iedere vrouw, hoor."
"Zal ik het bewijzen?"
"Euh."
"Jullie kunnen niet eens liegen. We doen een spelletje, oké? Ik vraag jou gewoon wat simpele vragen en jij moet daarop met een leugen antwoord geven. Als jij wint krijg je mijn lievelingsfilm op DVD en als ik win krijg ik jouw lievelingsfilm op DVD."
Pffff en dat vroeg hij aan mij. Ik ben zo gewend om eruit te flappen wat ik werkelijk vind, dat ik inderdaad heel erg slecht ben in liegen. Maar ik ben ook fanatiek als het gaat om spelletjes en weddenschappen en was niet van plan de kaas van mijn brood te laten eten.
"Oké.
"Ik zal je expres wat makkelijke vragen stellen. Hoe oud ben je?"
"Vierenveertig."
"Waar woon je?"
"In Bleiswijk."
"Vind je mij leuk?"
Kleine pauze van mijn kant om te zorgen dat ik er niet in ga trappen.
"Ja."
Hij moest grinniken.
"Was dat nou zo moeilijk?"
"Nee, dat viel inderdaad wel mee."
"Af. Nu heb je de waarheid gesproken."
"Maar ik dacht dat we al klaar waren!"
"Had ik dat gezegd dan?"
"Jee wat flauw."
Hij moest heel hard lachen.
"Ja, dat is het spelletje nu eenmaal. Ik krijg een DVD van je."
Een DVD geven was niet eens zo'n straf. Dus protesteerde ik niet te lang. Uiteindelijk vond ik het best grappig.
"Wat is je lievelingsfilm?"
"Hable con ella van Almodóvar." zei ik, zonder lang na te hoeven denken.
"Ken ik niet, maar de meeste films van Almodóvar zijn geniaal, dus ik denk dat ik hem wel leuk ga vinden. Wanneer neem je hem voor me mee?"
"Euh, de eerstvolgende keer dat ik je zie."
"En wanneer is dat?"
"Dat weet ik nog niet."
"Met dat antwoord neem ik geen genoegen. Je houdt me nu al te lang aan het lijntje."
"Zaterdag?"
"Ja, zaterdag is goed."
Stilte. Nu word ik even zenuwachtig. Shit, hij heeft me om de tuin geleid en er een date uit weten te slepen. Ga ik nog terugkrabbelen? Ach, laat ook maar. Misschien wil ik dit ook wel zelf.
"Waarom is dat eigenlijk je lievelingsfilm?"
"Ik vind eigenlijk alleen de eerste paar minuten geweldig. De muziek, de dans en de huilende man."
"Je houdt van huilende mannen?"
"Alleen als het oprecht is."
....
"Oké, daar maak ik een notitie van."
"Wat is jouw lievelingsfilm?"
"Daar kom je zaterdag wel achter."
"Oké, doei."
Gisteravond was ik wat rusteloos en meer uit verveling belde ik hem maar eens terug. Het was een leuk gesprek maar ook een beetje apart.
"Geniet je van je macht over mij?" vroeg hij op een gegeven moment.
"Huh? Hoe bedoel je dat?"
"Jij bent degene die nu aan de touwtjes trekt. Ik kan jou niet bereiken en ben afhankelijk van de schaarse momenten dat je contact met mij opzoekt."
"Je gaat mij toch zeker niet proberen wijs te maken dat je smachtend bij de telefoon zit te wachten al die tijd?"
"Nou.."
Ja dag, ik weet dat hij een player is die spelletjes speelt. Maar toch maakt hij me een beetje onzeker. Houd ik hem aan het lijntje?
"Het is toch ook onmacht dat ik nu niet urenlang met je kan chatten."
"Ja, is zo. Maar jij hebt eerst een hele week naar mij kunnen kijken omdat ik de webcam voor je aan liet staan terwijl jij niet eens een webcam hebt. Toen was het ook al meer nemen dan geven wat je deed."
"O. Vind je?"
"Ja. Misschien moet je een webcam kopen als je pc straks gerepareerd is. Die dingen zijn helemaal niet duur."
"Jij zit me nu iets aan te praten wat ik helemaal niet wil. Ik koop geen webcam. Punt. En als jij het niet eerlijk vind dat ik jou wel kan zien, moet je die van jou gewoon niet aanzetten. Het is je eigen keus, hoor."
Na deze hobbel in de weg werd het gesprek weer wat aangenamer en hadden we het over de gekke dingen die hij zoal op zijn werk meemaakt. Hij is verpleger op een speciale afdeling voor geestelijk gehandicapten en weet daar smeuïge anekdotes over te vertellen.
"Handig hoor, dat je door je psychologie opleiding weet hoe je met de labielere mens moet omgaan."
"Ja, vooral handig in de omgang met vrouwen."
"Tss. Alsof alle vrouwen per definitie labiel zijn."
"Nee. Maar wel geestesziek."
"Hahaha."
"Alle gekheid op een stokje. Jullie zijn over het algemeen wel makkelijk te manipuleren."
"Vind je?"
"Ja. Jullie zijn zoo goedgelovig altijd."
"Niet iedere vrouw, hoor."
"Zal ik het bewijzen?"
"Euh."
"Jullie kunnen niet eens liegen. We doen een spelletje, oké? Ik vraag jou gewoon wat simpele vragen en jij moet daarop met een leugen antwoord geven. Als jij wint krijg je mijn lievelingsfilm op DVD en als ik win krijg ik jouw lievelingsfilm op DVD."
Pffff en dat vroeg hij aan mij. Ik ben zo gewend om eruit te flappen wat ik werkelijk vind, dat ik inderdaad heel erg slecht ben in liegen. Maar ik ben ook fanatiek als het gaat om spelletjes en weddenschappen en was niet van plan de kaas van mijn brood te laten eten.
"Oké.
"Ik zal je expres wat makkelijke vragen stellen. Hoe oud ben je?"
"Vierenveertig."
"Waar woon je?"
"In Bleiswijk."
"Vind je mij leuk?"
Kleine pauze van mijn kant om te zorgen dat ik er niet in ga trappen.
"Ja."
Hij moest grinniken.
"Was dat nou zo moeilijk?"
"Nee, dat viel inderdaad wel mee."
"Af. Nu heb je de waarheid gesproken."
"Maar ik dacht dat we al klaar waren!"
"Had ik dat gezegd dan?"
"Jee wat flauw."
Hij moest heel hard lachen.
"Ja, dat is het spelletje nu eenmaal. Ik krijg een DVD van je."
Een DVD geven was niet eens zo'n straf. Dus protesteerde ik niet te lang. Uiteindelijk vond ik het best grappig.
"Wat is je lievelingsfilm?"
"Hable con ella van Almodóvar." zei ik, zonder lang na te hoeven denken.
"Ken ik niet, maar de meeste films van Almodóvar zijn geniaal, dus ik denk dat ik hem wel leuk ga vinden. Wanneer neem je hem voor me mee?"
"Euh, de eerstvolgende keer dat ik je zie."
"En wanneer is dat?"
"Dat weet ik nog niet."
"Met dat antwoord neem ik geen genoegen. Je houdt me nu al te lang aan het lijntje."
"Zaterdag?"
"Ja, zaterdag is goed."
Stilte. Nu word ik even zenuwachtig. Shit, hij heeft me om de tuin geleid en er een date uit weten te slepen. Ga ik nog terugkrabbelen? Ach, laat ook maar. Misschien wil ik dit ook wel zelf.
"Waarom is dat eigenlijk je lievelingsfilm?"
"Ik vind eigenlijk alleen de eerste paar minuten geweldig. De muziek, de dans en de huilende man."
"Je houdt van huilende mannen?"
"Alleen als het oprecht is."
....
"Oké, daar maak ik een notitie van."
"Wat is jouw lievelingsfilm?"
"Daar kom je zaterdag wel achter."
"Oké, doei."
maandag 11 februari 2013
Fietsie foetsie
Van het weekend wilden de pannenkoekenjongen en ik in een opwelling bandjes gaan kijken in de stad. Zoals we vroeger gewend waren te doen fietsten we naar de Exit. Maar die was er niet meer. De Exit was Exit.
Jammer. En daar we ons er niet van tevoren in hadden verdiept of er ergens een leuk bandje speelde en het centrum van Rotterdam zo groot is dat de ene leuke tent wel heel erg ver van de andere leuke tent verwijderd ligt. Dus besloten we om naar café Boudewijn te fietsen. Band of geen band. Belgische biertjes achterover slaan is altijd leuk.
En het was inderdaad gezellig. Er bleken wat collega's van mijn pannenkoekenvriend rond te lopen. Best aardige jongens en ze vonden mij ook wel leuk. Ik hoefde nauwelijks mijn mond open te doen. Alleen kijken vonden ze blijkbaar al voldoende. Ook goed. Geef mij nog maar een biertje dan.
Eentje was wat minder schuw en durfde wel een praatje aan te knopen. Maar hij kwam op een stokpaardje terecht en stopte niet meer met kletsen. Door al het zware geelbruine vocht en de vermoeidheid weet ik eigenlijk niet meer waar het over ging. Dat wist ik op het moment zelf ook al niet helemaal eigenlijk. Maar geeft niet. Het was best oké. Weer een avond niet in mijn eentje doorgebracht en een soort van sociaal gedaan. Jee.
Toen we aftaaiden en buiten onze fietsen gingen opzoeken stond de pannenkoekenjongen van afgrijzen aan de grond genageld. Mijn fiets was weg. Ik besefte het nog niet helemaal. De dingen gingen een beetje traag in mijn hoofd die avond. We hadden bij aankomst onze fietsen aan elkaar gebonden met allebei onze kettingsloten. Dan stonden ze beter vast en waren we genoodzaakt om samen het pand te verlaten. Afspraak onder vrienden: samen uit, samen thuis. (Ieder naar zijn eigen huis dan wel, hè.)
Maar goed, mijn fiets was gejat. Het gekke was: zijn fiets stond er nog.
"Waarom ben je zo boos? Jouw fiets staat er toch nog?"
"Ja, maar ze hebben dus wel mijn dure kettingslot open gekregen om die van jou te kunnen jatten."
"Ja, dat is zo. Maar jouw fiets staat er nog."
"Waarom hebben ze dan alleen die van jou meegenomen?" vroeg hij verbolgen.
"Ik had een Hallelujah (ook wel bekend als Opoefiets). Die zijn erg gewild."
"Wat is er mis met mijn fiets?!"
De pannenkoekenjongen was behoorlijk uit zijn humeur. Maar omdat we nu nog maar één fiets hadden en toch allebei thuis moesten komen bood hij aan mij achterop te nemen en mij eerst naar huis te brengen. Dat vond ik erg galant van hem. Misschien speelde zijn schuldgevoel over mijn nog-steeds-niet-goed-werkende pc wel mee, terwijl hij daar toch zijn pannenkoeken voor had gehad (zie "Nieuwe redder in nood"). Afijn. Ik op de bagagedrager. Hij stevig trappen en nog steviger door blijven mopperen.
"Ik snap nog steeds niet waarom ze mijn fiets niet meegenomen hebben."
"Wees blij dat we jouw fiets nog hebben, anders hadden we kunnen lopen."
Hij trapte nog even verbeten door.
"Wat was er mis met míjn fiets?"
Ik hield me stevig vast, keek wat om me heen en zweeg.
Trap trap trap
"En het is nog wel een Batavus!"
Inmiddels luisterde ik al niet meer naar het gemopper. Ik had een liedje in mijn hoofd. Een liedje van heel vroeger die nu opeens omhoog was komen waaien.
Fietsie, foetsie is mijn fietsie
Ai waar is mijn fietsie
Zonder fietsie kan 'k nie fiets nie
Ach, mijn fiets is foetsie
(tekst en melodie van H. Broekhuizen)
Jammer. En daar we ons er niet van tevoren in hadden verdiept of er ergens een leuk bandje speelde en het centrum van Rotterdam zo groot is dat de ene leuke tent wel heel erg ver van de andere leuke tent verwijderd ligt. Dus besloten we om naar café Boudewijn te fietsen. Band of geen band. Belgische biertjes achterover slaan is altijd leuk.
En het was inderdaad gezellig. Er bleken wat collega's van mijn pannenkoekenvriend rond te lopen. Best aardige jongens en ze vonden mij ook wel leuk. Ik hoefde nauwelijks mijn mond open te doen. Alleen kijken vonden ze blijkbaar al voldoende. Ook goed. Geef mij nog maar een biertje dan.
Eentje was wat minder schuw en durfde wel een praatje aan te knopen. Maar hij kwam op een stokpaardje terecht en stopte niet meer met kletsen. Door al het zware geelbruine vocht en de vermoeidheid weet ik eigenlijk niet meer waar het over ging. Dat wist ik op het moment zelf ook al niet helemaal eigenlijk. Maar geeft niet. Het was best oké. Weer een avond niet in mijn eentje doorgebracht en een soort van sociaal gedaan. Jee.
Toen we aftaaiden en buiten onze fietsen gingen opzoeken stond de pannenkoekenjongen van afgrijzen aan de grond genageld. Mijn fiets was weg. Ik besefte het nog niet helemaal. De dingen gingen een beetje traag in mijn hoofd die avond. We hadden bij aankomst onze fietsen aan elkaar gebonden met allebei onze kettingsloten. Dan stonden ze beter vast en waren we genoodzaakt om samen het pand te verlaten. Afspraak onder vrienden: samen uit, samen thuis. (Ieder naar zijn eigen huis dan wel, hè.)
Maar goed, mijn fiets was gejat. Het gekke was: zijn fiets stond er nog.
"Waarom ben je zo boos? Jouw fiets staat er toch nog?"
"Ja, maar ze hebben dus wel mijn dure kettingslot open gekregen om die van jou te kunnen jatten."
"Ja, dat is zo. Maar jouw fiets staat er nog."
"Waarom hebben ze dan alleen die van jou meegenomen?" vroeg hij verbolgen.
"Ik had een Hallelujah (ook wel bekend als Opoefiets). Die zijn erg gewild."
"Wat is er mis met mijn fiets?!"
De pannenkoekenjongen was behoorlijk uit zijn humeur. Maar omdat we nu nog maar één fiets hadden en toch allebei thuis moesten komen bood hij aan mij achterop te nemen en mij eerst naar huis te brengen. Dat vond ik erg galant van hem. Misschien speelde zijn schuldgevoel over mijn nog-steeds-niet-goed-werkende pc wel mee, terwijl hij daar toch zijn pannenkoeken voor had gehad (zie "Nieuwe redder in nood"). Afijn. Ik op de bagagedrager. Hij stevig trappen en nog steviger door blijven mopperen.
"Ik snap nog steeds niet waarom ze mijn fiets niet meegenomen hebben."
"Wees blij dat we jouw fiets nog hebben, anders hadden we kunnen lopen."
Hij trapte nog even verbeten door.
"Wat was er mis met míjn fiets?"
Ik hield me stevig vast, keek wat om me heen en zweeg.
Trap trap trap
"En het is nog wel een Batavus!"
Inmiddels luisterde ik al niet meer naar het gemopper. Ik had een liedje in mijn hoofd. Een liedje van heel vroeger die nu opeens omhoog was komen waaien.
Fietsie, foetsie is mijn fietsie
Ai waar is mijn fietsie
Zonder fietsie kan 'k nie fiets nie
Ach, mijn fiets is foetsie
(tekst en melodie van H. Broekhuizen)
donderdag 7 februari 2013
Blootgewoon
Iemand heeft me gerapporteerd bij facebook en een foto laten verwijderen die te expliciet was! Nou ja. Het gaat hier om kunst dames en heren. Niet om porno. En wat valt er nou helemaal op te zien? Ik heb de persoon in kwestie natuurlijk meteen ge-defriend. Het was een verkoper van herbal-life produkten. Nou, dan had ik het kunnen weten natuurlijk.
Om te zorgen dat dit schitterende schilderij alsnog verspreid wordt zet ik hem op dit blog. En wie dit nou ook zo'n lust voor het oog vindt, vanwege de fijne penseelvoering, de geslaagde compositie, de referentie naar het symbolisme, de knipoog naar Ophelia van Shakespeare, het kleurgebruik van de negentiende eeuw, een ode aan het realisme of gewoon omdat bloot niet altijd smerig hoeft te zijn, doet er goed aan deze afbeelding nog verder de weide wereld in te helpen (wel onder vermelding van de naam van de kunstenaar natuurlijk).
Alexander Ye Pavlovets
bron: http://artodyssey1.blogspot.gr/2010/03/alexander-ye-pavlovets-here-here-and.html
Om te zorgen dat dit schitterende schilderij alsnog verspreid wordt zet ik hem op dit blog. En wie dit nou ook zo'n lust voor het oog vindt, vanwege de fijne penseelvoering, de geslaagde compositie, de referentie naar het symbolisme, de knipoog naar Ophelia van Shakespeare, het kleurgebruik van de negentiende eeuw, een ode aan het realisme of gewoon omdat bloot niet altijd smerig hoeft te zijn, doet er goed aan deze afbeelding nog verder de weide wereld in te helpen (wel onder vermelding van de naam van de kunstenaar natuurlijk).
Alexander Ye Pavlovets
bron: http://artodyssey1.blogspot.gr/2010/03/alexander-ye-pavlovets-here-here-and.html
woensdag 6 februari 2013
Avondje uit
Gisteravond heerlijk concert van Royal Republic in Rotown. Zalige bak met energie over me uit laten storten. Midden in een kluwen warme zwetende mensen die meedeinen en meezingen. Me mee laten slepen met de verdovende cadans en gierende tonen. Het was druk. Er stonden zelfs dranghekken voor het podium. Door de massa viel het niet op dat ik alleen was gegaan. Ik kon mengen met de meute. Kreeg biertjes aangeboden en deelde zelf uit. Open en vriendelijke gezichten om me heen. Lallende tongen bij mijn oor die me grappige verhalen wilden meedelen en zo nu en dan een verdwaalde arm om mijn middel of schouder. Zonder dat het opdringerig of broeierig werd. Dronken van de sfeer waggelde ik naar huis. Doe mij maar meer van dit soort avonden.
maandag 4 februari 2013
De beller
"Sorry dat ik je zomaar belde. Dat had ik eerst aan je moeten vragen."
Aldus Jasper de enneagrammenjongen, nadat ik eindelijk weer eens had ingelogd op de datingsite.
"Dat was inderdaad niet zo'n handige aktie van je. Beetje creepy."
"Ja, ik was je naam aan het googelen (geef toe, dat doet iedereen) en toen zag ik je telefoonnummer. Ik kon de verleiding niet weerstaan om erachter te komen hoe je stem zou klinken."
Als hij het zo brengt klinkt het al minder creepy en het vleit me natuurlijk dat hij mijn stem wilde horen. We chatten nog wat verder over hoe onze week was en dan valt mijn pc weer eens uit. Een half uur later is hij weer opgestart en kan ik verder met het toch wel amusante gesprek.
"Weet je, ik baal er best van dat je pc de hele tijd uitvalt als we net leuk aan het praten zijn."
"Ja, daar begin ik ondertussen ook een beetje genoeg van te krijgen. Maar ik heb voorlopig nog geen geld voor reparatie/nieuwe pc."
"Oké. Vind je het dan goed als ik je zo weer bel, dan?" vraagt hij heel voorzichtig. Ik twijfel even. Maar waarom ook niet? Hij heeft mijn nummer nu toch en een langer gesprek dan vijf minuten voeren via de pc gaat nu eenmaal niet meer.
Dus installeer ik me op mijn grote ligkussen voor de gaskachel en laat me bellen. Een uur later hangen we pas weer op. Die nacht ga ik slapen met een blij gevoel in mijn buik en kriebels in mijn kruis.
Aldus Jasper de enneagrammenjongen, nadat ik eindelijk weer eens had ingelogd op de datingsite.
"Dat was inderdaad niet zo'n handige aktie van je. Beetje creepy."
"Ja, ik was je naam aan het googelen (geef toe, dat doet iedereen) en toen zag ik je telefoonnummer. Ik kon de verleiding niet weerstaan om erachter te komen hoe je stem zou klinken."
Als hij het zo brengt klinkt het al minder creepy en het vleit me natuurlijk dat hij mijn stem wilde horen. We chatten nog wat verder over hoe onze week was en dan valt mijn pc weer eens uit. Een half uur later is hij weer opgestart en kan ik verder met het toch wel amusante gesprek.
"Weet je, ik baal er best van dat je pc de hele tijd uitvalt als we net leuk aan het praten zijn."
"Ja, daar begin ik ondertussen ook een beetje genoeg van te krijgen. Maar ik heb voorlopig nog geen geld voor reparatie/nieuwe pc."
"Oké. Vind je het dan goed als ik je zo weer bel, dan?" vraagt hij heel voorzichtig. Ik twijfel even. Maar waarom ook niet? Hij heeft mijn nummer nu toch en een langer gesprek dan vijf minuten voeren via de pc gaat nu eenmaal niet meer.
Dus installeer ik me op mijn grote ligkussen voor de gaskachel en laat me bellen. Een uur later hangen we pas weer op. Die nacht ga ik slapen met een blij gevoel in mijn buik en kriebels in mijn kruis.
donderdag 31 januari 2013
Vang de vlieg
De pannenkoeken en verwijderde kattenharen ten spijt valt mijn pc nog steeds op de meest onverwachte momenten zomaar uit. Gister ben ik extra lang op de uni gebleven om daar mijn essay verder te kunnen schrijven zonder de stress van het om de drie minuten back-uppen. Toen ik laat en moe eindelijk thuis op de bank neerplofte ging de telefoon.
"Met Laura."
"Hoi met Jasper."
Ik schrik overeind. Weer helemaal wakker en klaar voor iedere onverhoedse aanval, van welke kant dan ook. Dat is die enneagrammenjongen!
"Hoe kom je aan mijn nummer?" vraag ik wantrouwiger dan achterdochtig.
"Ik heb zo mijn bronnen."
Ja, je hebt gewoon internet, eikel.
"Euh, waarom bel je me?"
"Je kwam maar niet online."
"Nee, ik had het nogal druk met andere dingen. Ik had even niet zo'n behoefte aan de datingsite."
"Ik dacht al, die is zeker op een date ofzo."
"Nee dat was ik niet. Maar als dat wel zo was, wat zou jou dat aangaan dan?"
"Niets natuurlijk. Dat zijn jouw zaken. Maar ik was gewoon een beetje ongerust. Ik zou niet willen dat je je zomaar in iets gevaarlijks stort."
Zijn stem klinkt laag en zalvend. Ook al maakten de woorden me zojuist furieus, de toon zorgt ervoor dat ik weer kalmeer. Als een hand die over mijn fluwelen opengesperde neusgaten streelt. Mijn god, een paardenfluisteraar.
"Iets gevaarlijks? Is dat hoe jij daten ziet?"
"Dat hangt ervan af met welke persoon je bent." Hij spreekt het uit op een toon alsof hij op zichzelf doelt.
"Maar ben jij dan gevaarlijk of juist niet?"
"Wat jij wilt." En weer laat hij een bepaalde spanning in de simpele woorden klinken. Ik vind het hele gesprek absurd. Hier heb ik niet eens zin in. Ik wil gewoon douchen, even op de bank hangen met kat, tv en chips en dan mijn bed in.
"Weet je Jasper. Op dit moment wil ik gewoon slapen. Als ik zin heb om te praten zie je me wel weer online verschijnen. Oké?"
"Dat is goed. Ik laat je aan jezelf over. Maar je kan me altijd bellen als je daar behoefte aan hebt."
Weer die geruststellende klank. Hoe doet hij dat?
"Euh, ja oké. Nou dààg."
Ik zet mijn mobiel uit en installeer mezelf naar wens op de bank. Kat doet niet mee, die vangt vliegen in het raamkozijn. Even blijf ik hem bekijken. Zo soepel en rustig als hij op de vlieg afloopt. Die heeft totaal geen argwaan en zoemt een beetje heen en weer tegen het glas en dan... BAM!! Een zwart fluwelen poot op zijn donder. Plat.
"Met Laura."
"Hoi met Jasper."
Ik schrik overeind. Weer helemaal wakker en klaar voor iedere onverhoedse aanval, van welke kant dan ook. Dat is die enneagrammenjongen!
"Hoe kom je aan mijn nummer?" vraag ik wantrouwiger dan achterdochtig.
"Ik heb zo mijn bronnen."
Ja, je hebt gewoon internet, eikel.
"Euh, waarom bel je me?"
"Je kwam maar niet online."
"Nee, ik had het nogal druk met andere dingen. Ik had even niet zo'n behoefte aan de datingsite."
"Ik dacht al, die is zeker op een date ofzo."
"Nee dat was ik niet. Maar als dat wel zo was, wat zou jou dat aangaan dan?"
"Niets natuurlijk. Dat zijn jouw zaken. Maar ik was gewoon een beetje ongerust. Ik zou niet willen dat je je zomaar in iets gevaarlijks stort."
Zijn stem klinkt laag en zalvend. Ook al maakten de woorden me zojuist furieus, de toon zorgt ervoor dat ik weer kalmeer. Als een hand die over mijn fluwelen opengesperde neusgaten streelt. Mijn god, een paardenfluisteraar.
"Iets gevaarlijks? Is dat hoe jij daten ziet?"
"Dat hangt ervan af met welke persoon je bent." Hij spreekt het uit op een toon alsof hij op zichzelf doelt.
"Maar ben jij dan gevaarlijk of juist niet?"
"Wat jij wilt." En weer laat hij een bepaalde spanning in de simpele woorden klinken. Ik vind het hele gesprek absurd. Hier heb ik niet eens zin in. Ik wil gewoon douchen, even op de bank hangen met kat, tv en chips en dan mijn bed in.
"Weet je Jasper. Op dit moment wil ik gewoon slapen. Als ik zin heb om te praten zie je me wel weer online verschijnen. Oké?"
"Dat is goed. Ik laat je aan jezelf over. Maar je kan me altijd bellen als je daar behoefte aan hebt."
Weer die geruststellende klank. Hoe doet hij dat?
"Euh, ja oké. Nou dààg."
Ik zet mijn mobiel uit en installeer mezelf naar wens op de bank. Kat doet niet mee, die vangt vliegen in het raamkozijn. Even blijf ik hem bekijken. Zo soepel en rustig als hij op de vlieg afloopt. Die heeft totaal geen argwaan en zoemt een beetje heen en weer tegen het glas en dan... BAM!! Een zwart fluwelen poot op zijn donder. Plat.
Abonneren op:
Posts (Atom)