Het begon met een moe gevoel in mijn benen. Door al het harde werken van de afgelopen dagen dacht ik. Toen kwamen de watten in mijn hoofd en een verdoofd gevoel in mijn oren. Maandag toch nog snel even de laatste kerstcadeautjes in huis gehaald. Ook al dacht ik dat ik goed voorbereid was en niet veel meer nodig had, op het laatste ogenblik blijkt dat toch niet zo het geval te zijn. "Ik regel het dessert wel voor woensdag" had ik zondagavond nog geroepen tegen mijn vrienden waar ik op 2e Kerst bij zou eten.
Maandag 17:00 en nog steeds geen lekker toetje gevonden voor zestien man. Bij de Lidl hebben ze altijd van die éénpersoonsverpakkingen met mokka-ijs enzo. Snel door de halve stad fietsen want er zit geen Lidl in de buurt van mijn huis. Shit. Er staan voornamelijk leegeplunderde dozen in de winkel.Winkelwaar gepresenteerd in dozen vind ik altijd al een rommelige en armoedige aanblik bieden, maar als in iedere doos nog maar één of twee artikelen zit word je er helemaal niet blij van. Een slecht voorteken en inderdaad, de bijna lege vriezer keek me ijzig verwijtend aan. "Waarom ben je nou niet eerder gekomen? Je weet toch dat heel Rotterdam nu, op het laatste moment, zijn boodschappen doet voor de feestdagen?"
Op naar de Jumbo, helaas, ook leeggehaald. Bij de AH hetzelfde verhaal. Wanhopig fietste ik naar de Sligro en daar wist ik een mokkataart te bemachtigen. Eigenlijk een doodgewone taart, maar omdat hij in de vriezer werd bewaard leek het nog een beetje op de mokka-ijs-toetjes die ik in eerste instantie voor ogen had. Nou ja, als je je best deed. Opgelucht fietste ik naar huis en plofte neer op de bank. Yes, gelukt. Alles in huis voor de feestdagen. Laat de Kerst maar beginnen. En toen voelde ik opeens de griepkriebels door mijn lichaam stromen. "Oh, nee, hè! Niet nu!" Jawel. Een uur later lag ik rillend en zwetend onder een fleece dekentje op de bank.
Dinsdagochtend belde ik met een benepen stemmetje mijn ouders op om me af te melden bij het grote Kerst-familie-diner. Ik vertelde dat ik de hele nacht geen oog dicht had gedaan van de griep. "Ach meisje toch. Kruip maar lekker onder de wol."
"Is de rest er al?"
"Je broer is er al met zijn gezin en je zus komt over een uurtje. Je vader is nu in de kelder de wijn aan het uitzoeken. Ik zal hem vertellen dat hij de Merlot beneden kan laten staan."
Mijn vader is wijnhandelaar en weet precies wat ik lekker vind. Ik had een geweldig cadeau voor hem gekocht van de week. Een visitage op het kasteel van de wijnkemmer Ilja Gort. U weet wel. Van Wijn aan Gort. Nu zal ik hem dat pas volgende week kunnen geven. Jammer. Ik had me verheugd op zijn blije gezicht.
Nee, die Eerste Kerstdag voor mij geen Merlot, gevulde kalkoen, frietjes, aardappelsalade, boontjes met spek, witlof en ijs met een speciaal likeurtje. Ik verzamelde alle dekens en kroop in bed. Na een paar uur rillen, slapen en zweten vond ik mezelf zo ontzettend zielig dat ik mezelf maar vermande en uit bed stapte, mijn badjas aantrok en in de vriezer dook. Ook al gingen de cadeautjes en het lekkere eten van mijn moeder me vandaag aan mijn neus voorbij. Ik had in ieder geval de mokkataart nog. Te ongeduldig om hem te laten ontdooien hakte ik er een stuk vanaf en smulde het staand in de keuken op. Nog geen kwartier later kwam het er op de wc alweer uit. Aan de voorkant.
Zo ben ik de eerste kerst doorgekomen. De tweede dag belde ik mijn vrienden af en kwam mijn moeder langs om te kijken hoe het met de zieke ging. Ze stelde vast dat ik koorts had en voerde me kippensoep. Toen keek ze om zich heen naar mijn oude tochtige huis en de te kleine bank waar ik nog niet eens languit op kon liggen. Ze zuchtte en propte toen heel kordaat de kat in zijn reismandje en de kattenbak en mij op de achterbank van de auto onder een lading dekens. Ik liep nog steeds in mijn badjas. Ze tufte naar hun riante huis waar de sporen van het eetfeest van gister nog duidelijk te zien waren. Ik werd op de grote divan geïnstalleerd voor de tv en kreeg water, beschuit en aspirientjes aangevoerd.
De kat die wel vaker in dit huis gelogeerd heeft herkende de open trap die tegen een wand van de woonkamer prijkt en rende al gauw op en neer, heen en weer, ondersteboven en springend nog een keer. Meneer had duidelijk de Kerst van zijn leven, met de stukjes kalkoen die "per ongeluk"op de grond vallen in de keuken. "Mam, je bent hem toch niet aan het voeren, hè?" en alle glimmende kerstprullaria waar je zo heerlijk mee kan spelen. "Gekke kat. Ga uit die kerstboom!"
Zucht.
Maar eigenlijk was ik wel blij dat ze me naar huis gehaald had. Ik voelde me gister echt beroerd en zielig. Dit is mijn eerste Kerst als vrijgezel en als je dan koud en alleen in bed ligt dan ga je nog meer missen wat je eerst had en nu moet accepteren kwijt te zijn. Dan is het heel fijn als je aandacht afgeleid word door wat je ook altijd al had en gelukkig nog lang niet hoeft te missen: de moederliefde en huiselijke zorg.
Mijn vader schonk me nog wat hoestdrank in en het cadeau dat ik toen toch maar aan hem heb gegeven toverde inderdaad een onvergetelijke glimlach op zijn gezicht. Mijn moeder voerde me stukjes kalkoen met appelmoes en toen ik me ietsje beter voelde kon ik de pakjes uitpakken die mijn broer en zus voor me hadden achtergelaten. Er zat een tekening bij die mijn nichtje gister voor me had gemaakt. Een prinses met een toverstokje en een bed met iemand met lang bruin haar erin. Dat was ik. Er stond boven "Van harte beterschap tante Laura" in het handschrift van haar moeder. Zo had deze Kerst toch nog een hartverwarmend einde.
En als jullie me nu willen excuseren, ik moet even naar de wc.