zaterdag 1 juni 2013

Appelbloesem

Bedankt allemaal voor de meelevende berichtjes. Het gaat gelukkig alweer een stuk beter met mijn vader, al vind ik hem nog een beetje wiebelig. De afgelopen weken heb ik bij mijn ouders in huis gelogeerd. Kat mee, plant mee en de bederfelijke inhoud van de koelkast ook. Waarschijnlijk heb ik een hoop af te stoffen als ik uiteindelijk weer terugkeer naar mijn eigen huis, maar een verlate lenteschoonmaak was toch al onvermijdelijk. Meestal laat ik in de maanden april en mei namelijk mijn complete huishouden versloffen vanwege tentamens en stressvretende presentaties op school. Ook dit jaar waren de toetsingen niet mals en ik betwijfel of ik alles wel gehaald heb. Maar deze keer zal ik mijn nagels niet weg eten in afwachting van de cijfers. Studie is nu niet meer prioriteit nummer één. Dat is mijn familie.

Bij mijn ouders heerst rust. Zelfs mijn kat had na drie dagen de nieuwigheid van de trap als mega klimpaal alweer gezien en ligt nu iedere middag te soezen op zijn kussen in de zonnige serre. Met uitzicht op de uitgestrekte tuin en de glinsterende rivier daarachter kun je nu eenmaal niet anders dan je mee laten voeren op de onbeweeglijkheid van het alles. Het zachte ruisen van de bladeren en het getjirp van ettelijke vogels doet onrustige gedachten verdwijnen en laten je wegzinken in de roes van acceptatie en gemoedsrust. Ik begrijp heel goed dat mijn ouders op deze plek oud willen worden.

Mijn broer heeft zich voorlopig ontfermd over de wijnverkoop van mijn vader. Geschrokken vrienden en vaste klanten laten we weten dat het nu nog niet de tijd is om en masse op bezoek te komen, maar dat ze uit blijk van medeleven wel een fles wijn kunnen kopen. De verkoop loopt beter dan ooit.

Dit alles gaat een beetje langs mijn vader heen. De dokter heeft hem het advies gegeven om iedere dag een uur te wandelen en hier heeft hij zich in vastgebeten. De eerste dagen viel het hem zwaar en moest hij met bleke lippen vaak al eerder opgeven dan hij zelf eigenlijk wilde. Maar tegenwoordig stappen we samen stevig een uur (en soms langer) langs de oever van de rivier door het natte gras.

Ook het tuinieren heeft hij weer opgepakt. Normaal gesproken was mijn moeder degene die met de scepter over gazon en struiken zwaaide, maar mijn vader heeft altijd een liefde gehad voor de rozen. Die liggen er nu dan ook mooier bij dan ooit. En het aloude idee van een eigen boomgaard vindt nu eindelijk vorm. Met zijn allen hebben we een stenen muurtje bebouwd in de weide die aan de tuin grenst en binnen dit kader een paar fruitboompjes geplant. De allereerste bloesem van de kleine appelboom maakte mijn vader haast uitzinnig van vreugde. Iedere dag lopen we via de boomgaard terug naar huis zodat hij teder en trots de fijne blaadjes aan kan raken.

Mijn vader komt er wel weer bovenop. Mede dankzij de appelbloesem.